Dit is mijn samenvatting van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven uit oktober 2021. In een eerder artikel in onze nieuwsbrief heb ik al eens geschreven over de gevaren van het geven van transactiegerelateerde adviezen met als titel nv-cos-5500n-ingewikkeld?
Nu heeft ook het College van Beroep zich gebogen over de rol van een accountant die bij een uittreding van een vennoot mee heeft gedaan in de onderhandelingen. Namens zijn cliënt werd een bod neergelegd met daarin een redelijk hoge vraagprijs voor de goodwill.
Daarna vindt er overleg plaats tussen partijen en wordt er uiteindelijk een derde benoemd. Die komt uit op een negatieve goodwill. Het gevolg van de onenigheid over de prijs is dat de tegenpartij tegen de accountant een klacht indient bij de tuchtrechter. Het belangrijkste verwijt daarin is dat de accountant nooit namens zijn cliënt zo’n hoog bedrag aan goodwill had mogen noemen zonder dat er een onderbouwing voor was.
De tuchtrechter geeft in dit geval de klager ongelijk. En deze uitspraak wordt bevestigd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Waarom heeft de accountant volgens de rechters wel gehandeld volgens de gedrags- en beroepsregels?
- De accountant was volstrekt duidelijk over zijn rol. Hij trad op namens zijn cliënt en niet namens de ander;
- Hij maakte vanaf het begin duidelijk dat het door hem overgebrachte bod weliswaar was berekend maar dat de grondslagen van die berekening nog niet definitief waren en hij daar wellicht op terug zou moeten komen;
- De accountant heeft daadwerkelijk de waarde-inschatting ook achteraf aangepast;
- De accountant had zich er van overtuigd dat de tegenpartij een eigen financieel adviseur had;
- Hoog inzetten past bij een onderhandelingstraject.
Vertaald naar de bepalingen van de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants: er waren voldoende waarborgen getroffen om de bedreigingen op te vangen. Ik kan het daar van harte mee eens zijn.
In hoger beroep stelt de klager nog dat de accountant heeft verzuimd om een juiste opdrachtbevestiging op te stellen. Daar komt geen uitspraak over van het College. Die ziet dat namelijk als een nieuwe klacht die in een hoger beroep niet kan worden behandeld.
Als je het mij vraagt, denk ik dat een opdrachtbevestiging volgens NV COS 5500 nuttig was geweest. Zie ook mijn hierboven aangehaalde artikel.
Gert van den Brink AA