Regelmatig worden wij door klanten benaderd met vraagstukken over toepassing van het juiste btw-tarief. Vooral bij een combinatie van prestaties is het niet altijd eenvoudig vast te stellen welk tarief of tarieven dienen te worden toegepast.
In het besluit Toelichting Tabel I (meest recente versie zie nr. 2017-16288) over de reikwijdte van het verlaagde btw-tarief geeft de staatssecretaris nader uitleg. Zo wordt gemeld dat bij samengestelde prestaties voor toepassing van het verlaagde btw-tarief van Tabel I eerst moet worden bepaald of sprake is van één levering of één dienst of van meerdere afzonderlijke leveringen en/of diensten. Bij de kwalificatie van een samengestelde prestatie moet rekening worden gehouden met alle feiten en omstandigheden.
Uit arresten van het Europese Hof van Justitie over de kwalificatie van prestaties respectievelijk de eenheid van prestatie volgt dat er geen eenvoudige absolute splitsingsregel bestaat die voor alle gevallen tot een correcte uitkomst leidt. Wel volgt uit de rechtspraak dat een en ander vanuit de positie van de modale consument (objectief) moet worden bezien. Bijkomende prestaties zijn prestaties die voor de modale consument geen doel op zich vormen. Zij maken de hoofdprestatie enkel aantrekkelijker of zijn een middel om daarvan zo goed mogelijk te profiteren. Voor bijkomende prestaties geldt hetzelfde btw-tarief als voor de hoofdprestatie waaraan zij ondergeschikt zijn.
In een recente uitspraak van Hof Arnhem is geprocedeerd over de toepassing van het verlaagde tarief op entree- en garderobegelden van een danceclub. De belanghebbende in deze zaak exploiteert een uitgaansgelegenheid. De uitgaansgelegenheid bestaat uit twee onderdelen, die beide een eigen entree hebben. Het ene onderdeel van de uitgaansgelegenheid is de danceclub.
Het hof oordeelt dat belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat wat op alle vrijdagavonden en zaterdagavonden wordt aangeboden, soortgelijk is aan wat op een danceparty wordt aangeboden. Het hof acht hierbij niet van belang dat tijdens een deel van de avonden minder bekende artiesten of dj’s optreden. Op deze avonden wordt muziek uitgevoerd (met daarbij bepaalde effecten, zoals licht en video) door dj’s, vj’s en andere podiumartiesten. Bezoekers betalen voor deze uitvoering. Al deze artiesten vermaken de bezoekers met hun optredens, die uit akoestische en visuele effecten bestaan, en doen van alles om het publiek op te zwepen en aan het dansen te krijgen. Er is geen sprake van het klassieke ‘plaatjes draaien’ onder een discobol en met een laser, zoals in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw gebruikelijk was in een discotheek of een bar dancing.
Het hof oordeelt (anders dan de rechtbank) dat sprake is van muziekuitvoeringen zoals bedoeld in Tabel I post b 14 d. Belanghebbende mag dus op de entreegelden voor deze avonden het verlaagde tarief toepassen. Dat geldt ook voor de vergoeding die bezoekers betalen voor de garderobe op deze avonden. De garderobedienst is bijkomend bij de hoofdprestatie en kan daarmee eveneens delen in het verlaagde tarief.
In deze zaak is de aftrek van voorbelasting ook nog punt van discussie.
De inspecteur is van mening dat een deel van de voorbelasting bij belanghebbende niet aftrekbaar is, aangezien op de meeste avonden tussen 23.00 en 24.00 uur geen entree wordt gevraagd. Het hof verwerpt dit standpunt en is van oordeel dat belanghebbende een zakelijk belang heeft bij het gratis toegang verschaffen aan een deel van de bezoekers. Volgens het hof beoogt belanghebbende met dit prijsbeleid de danceclub tijdig voldoende vol te hebben en zo aantrekkelijk mogelijk te maken om later meer en betalende bezoekers te krijgen en daarmee meer drank te kunnen verkopen. De verkoop van de drank vormt het grootste deel van de omzet van belanghebbende. Het is in het economische en commerciële belang van belanghebbende om dit prijsbeleid te voeren. Het voordeel voor de gratis bezoekers is hieraan ondergeschikt. Voor een beperking van de aftrek van voorbelasting is dus geen plaats, nog daar gelaten hoe deze dan zou moeten worden berekend.
Heb je vragen over een juiste toepassing van het btw-tarief in een specifieke situatie, neem dan contact op met onze btw-specialist Katelijne ten Thije. Zij is bereikbaar via ons kantoornummer 055 355 99 79 of per e-mail k.ten.thije@fullfinance.nl.
Bron: ECLI:NL:GHARL:2020:9475