Daadkracht “1×1 signalering” en meer

Soms zijn termijnen heel streng. Je moet tijdig aangifte doen, je moet op tijd betalen, je moet op tijd in bezwaar. Mogelijke sancties: boetes, omkering van de bewijslast, belasting- of invorderingsrente, niet ontvankelijkheid….

Een recent voorbeeld: een belanghebbende krijgt een boete van € 4.920 voor het te laat indienen van een aangifte IB/PVV. Buiten de vijfjaarstermijn van art 45aa, onder a UR IB verzoekt hij de inspecteur om ambtshalve de opgelegde boete te verminderen. Reden: de boete stond in geen verhouding tot de te betalen belasting van nihil. Bij uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur zijn standpunt gehandhaafd en de zaak komt voor de rechter. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt [1]: het verzoek is te laat en daarom terecht afgewezen. De mogelijkheid van art. 6:11 AWB [2] kan ook niet worden toegepast. Dus helaas voor deze belanghebbende….

Deze uitkomst wringt, althans bij mij, maar ik denk dat ik niet de enige ben. Lees nog eens verder in de meest recente berichten …

In het coalitieakkoord schrijft de nieuwe regering: We bezien hoe we op termijn een suikerbelasting kunnen invoeren en de btw op groente en fruit naar 0% kunnen verlagen. Na een telefoontje met de fiscus weet het kabinet meer: de ict van de belastingdienst is niet klaar voor een nultarief op groente en fruit. Een btw-verandering in de komende jaren laat nog jaren op zich wachten. Nou ben ik een enorme dodo op het gebied van ict automatisering, maar zo’n reactie van de Belastingdienst verbaast mij dan wel. Gesuggereerd wordt dat naast de verouderde ict-systemen de afbakeningsproblematiek een rol speelt. Wat te doen met een deel groente/fruit in een kant-en-klaarmaaltijd of een pizza? Maar dat is niet nieuw: wat te denken van de recreatiebranche met een combinatie van hoog en laag voor allerlei te onderscheiden prestaties, en een plantje in een sierpotje dat je bij het tuincentrum koopt? Volgens mij komen we daar best wel uit …

En dan de jubelton. De systemen van de Belastingdienst kunnen niet eerder dan vanaf 2024 de afschaffing van de jubelton aan. Bij de afdeling schenk- en erfbelasting wordt aan een nieuw ict-systeem gewerkt en daar gaat schijnbaar alle capaciteit naartoe. Ondertussen lees ik in Trouw dat externe ict-deskundigen (werkzaam voor de overheid) melden dat veranderingen in drempels en percentages de ‘normaalste zaak van de wereld’ zijn. Zet de vrijstelling op nul, en daarmee is het geregeld.
Vanuit het perspectief van de belastingbetaler is het uitstellen van de afschaffing van de jubelton geen slechtnieuwsbericht, maar het niet invoeren van de btw-vrijstelling op groente en fruit heeft ongetwijfeld wel impact op de koopkracht.

Box 3

En hoe zit het dan met de reparatie van box 3? Na een arrest van de HR over de onrechtmatigheid van box 3 in de jaren 2013 en 2014 is op 24 december 2021 datzelfde oordeel gegeven over de aangepaste box 3-wetgeving in de jaren 2017 en 2018. De opmerkelijke wending van de Hoge Raad zat in het bieden van rechtsherstel (heffing over het werkelijke rendement in plaats van het forfaitaire rendement). En er loopt ook nog een massaal bezwaar over de jaren 2019 en 2020 [3]. Daar zal ongetwijfeld de lijn worden doorgetrokken. Meedoen is onder voorwaarden nog mogelijk!

In Den Haag beraadt men zich momenteel op de manier waarop rechtsherstel moet worden geboden. De beantwoording van Kamervragen wordt met 10 dagen uitgesteld. Er zijn nog open eindjes die duidelijk moeten worden, bijvoorbeeld hoe bereken je het werkelijke rendement over bijvoorbeeld beleggingen in aandelen, onroerend goed? Wat doe je dan met de – nog niet gerealiseerde- waardestijging, en hoe ga je om met de kosten?

In elk geval is duidelijk dat er voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2022 worden verzonden (die nog uitgaan van de wettelijke regeling, maar bij de definitieve aanslag worden aangepast als de wettelijke regeling of de uitvoering daarvan wordt gewijzigd). De Belastingdienst zal, uitzonderingen daargelaten, voorlopig geen definitieve box 3-aanslagen opleggen, aldus staatssecretaris Van Rij, van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst. Bovendien moet er ook nog beslist worden wat het arrest betekent voor burgers die geen bezwaar hebben gemaakt (ST: of individueel bezwaar hebben gemaakt en met andere argumenten zijn gekomen dan de rechtsvragen die gekoppeld zijn aan het massaal bezwaar).

Het artikel heb ik getiteld: Daadkracht “1×1 signalering” en meer. Bij de Belastingdienst loopt het plan van aanpak “Herstellen, Verbeteren, Borgen” om te komen tot juiste waarborgen in toezicht en gegevensbescherming. Ondertussen meldt een rapport van PwC dat het niet alleen bij Toeslagen uit de hand is gelopen, maar ook bij de Belastingdienst zelf en dat van daaruit fraudeaanpak is geselecteerd op nationaliteit en uiterlijke kenmerken. Als je als belastingplichtige de 1×1 signalering hebt, kan dat de toegang tot schuldhulpverlening, een betalings- of kwijtscheldingsregeling belemmeren of verhinderen. Informatie over deze belastingplichtigen die ook nog met diverse anderen (denk aan UWV, de SVB, gemeenten, de strafrechtketen en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zorgverzekeraars, consultancybureaus, maatschappelijke organisaties (bijvoorbeeld voor bewindvoering) is gedeeld.

Ik weet niet of mijn reactie ertoe doet, maar ik roep op tot een ruimhartig herstel van gedupeerden die last hebben gehad van de onrechtmatige acties van de wetgever en overheidsinstanties. Daadkracht!

Om met box 3 te beginnen: Laat de minister van Financiën van haar bevoegdheid gebruikmaken om naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad (jurisprudentie die is gewezen nadat de IB-aanslag onherroepelijk is komen vast te staan) toch ambtshalve vermindering toe te staan van aanslagen waarin het box 3-inkomen te hoog is vastgesteld. Dat ook voor degenen die geen bezwaar hebben gemaakt, een ambtshalve tegemoetkoming kan worden geboden. Herstel deze foute (onrechtmatige) wetgeving, verbeter de box 3-regeling en geef de garantie (borgen/garanderen) dat de fout wordt hersteld.

Sandra Twigt

 

[1] Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 11 januari 2022, 20/6378, ECLI:NL:RBZWB:2022:158

[2] Ingevolge artikel 6:11 Awb dient de inspecteur een na afloop van de vijfjaarstermijn ingediend verzoek echter in behandeling te nemen indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

[3] 2019: Besluit van 23 april 2020, nr. 2020-75650, Stcrt. 2020, 24107 (V-N 2020/24.7) en 2020: Besluit van 23 maart 2021, Stcrt. 2021, 13714 (V-N 2021/15.5)