De giftenaftrek houdt de gemoederen bezig. Zo zijn in het wetsvoorstel “Fiscale Verzamelwet 2024” nieuwe aanpassingen aangekondigd rondom de giftenaftrek.
De gift
Een gift is iedere handeling die er toe strekt dat een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt (art. 7:186, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek). Het is een handeling van vrijgevigheid waar partijen zich bewust van moeten zijn.
Een gift kan een bedrag in geld zijn maar ook een verstrekking.
Het wetvoorstel beperkt de giftenaftrek in natura groter dan € 10.000. De grens geldt per jaar en voor fiscaal partners is een grens van € 20.000 per jaar van toepassing. De gift in natura komt pas in aftrek als er een ‘objectieve waardebepaling’ aanwezig is. Daarbij kan worden gedacht aan een taxatierapport of een recent aankoopbewijs. Als de grens wordt overschreden, moet voor het volledige bedrag aan giften in natura een onafhankelijke waardebepaling beschikbaar zijn. Dit wordt gedaan omdat in de uitvoering problemen (“uitwassen met handhavingsrisico’s”) ontstonden bij het bepalen van de waarde.
We kennen in zowel de inkomsten-als vennootschapsbelasting een giftenregeling.
De inkomstenbelasting
In art. 6.32 tot en met art. 6.39a (van afdeling 6.9 van de) Wet IB 2001 is de aftrekbare giftenregeling opgenomen als onderdeel van de persoonsgebonden aftrek.
We kennen twee mogelijke giften, te weten de periodieke gift en de gewone gift (art. 6.32 Wet IB 2001).
De periodieke gift
Een periodieke gift is een gift aan een algemeen nut beogende instelling ANBI (of onder voorwaarden aan een vereniging) in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden (art. 6.34 Wet IB 2001). De gift wordt gedaan middels een notariële akte of een onderhandse overeenkomst.
Daarin wordt vastgelegd dat voor een periode van minimaal vijf jaren een schenking zal worden gedaan aan een ANBI of vereniging. Voor een periodieke gift is een mate van onzekerheid noodzakelijk en de wetgever (en Hoge Raad) stellen dat aan het onzekerheidsvereiste is voldaan als de uitkeringen of verstrekkingen ten minste jaarlijks gedurende vijf of meer jaren worden overeengekomen. Ook een gift op basis van twee levens voldoet aan het vereiste, aldus de Hoge Raad in 2022.
In de Verzamelwet 2024 staat dat het voortijdig beëindigen van een periodieke gift bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid van de schenker wordt opgenomen in de wet.
De betaling van de gift moet worden gedaan in vaste en gelijkmatige termijnen. Dit geldt ook voor zogenaamde verstrekkingen. Zo is het mogelijk om bijvoorbeeld de eigendom van een kunstvoorwerp in vijf gelijke jaarlijkse termijnen over te dragen.
De periodieke gift kent geen drempel zoals een andere gift, maar sinds 1 januari 2023 wel een plafond van € 250.000 (art. 6.38, tweede lid Wet IB 2001). Dit plafond is in het leven geroepen wegens vermeend misbruik door zeer vermogenden bij schenking aan een zelf opgerichte ANBI. Een overgangsregeling maakt het overigens nog steeds mogelijk om een periodieke gift te doen van meer dan € 250.000 tot en met 2026, mits de periodieke gift is overeengekomen vóór 4 oktober 2022 om 16.00 uur.
De gift wordt gedaan op het moment van het aangaan van de schenkingsovereenkomst. Voor de inkomstenbelasting is de gift aftrekbaar op het moment dat zij is betaald, verrekend, of ter beschikking is gesteld.
De aftrek vindt plaats in het jaar waarin de gift heeft plaatsgevonden en dus ten laste van het vermogen van de schenker is gekomen. Indien een schenker een gedane gift terugontvangt vanwege ontbinding of herroeping van de schenking, bepaalt art. 3.139 (onderdeel c Wet IB 2001) dat het terugontvangen bedrag voor zover daarvoor de giftenaftrek is genoten, wordt aangemerkt als negatieve persoonsgebonden aftrek.
De gewone gift
Een gift die niet kwalificeert als een periodieke gift, is een gewone gift. De gewone gift kan worden gedaan aan een ANBI of steunstichtingen sociaal belang behartigende instelling (SBBI). De periodieke gift is niet mogelijk aan een steunstichting SBBI vanwege het eenmalige karakter van een dergelijke stichting.
Ter voorkoming van misbruik komt sinds 1 januari 2021 alleen een geldbedrag dat is overgemaakt via de bank of creditcard in aanmerking om als persoonsgebonden aftrek in mindering te komen op het inkomen.
De gewone gift komt in aftrek voor zover een drempel van 1% van het verzamelinkomen te boven wordt gegaan en is gemaximeerd tot 10% van het verzamelinkomen.
Toepassing van de multiplier en het tarief
De periodieke of gewone gift mag worden vermenigvuldigd met een multiplier van 1,25 als de gift wordt gedaan aan een culturele instelling. Een ANBI die zich richt op cultuur, kan zijn aangemerkt als culturele instelling en dit staat dan vermeld in het ANBI-register ter controle voor de beoogde schenker.
De aftrek die ontstaat door toepassing van de multiplier bedraagt maximaal € 1.250. Het plafond van de gewone en periodieke giftenaftrek wordt verhoogd met het bedrag van de berekende verhoging door toepassing van de multiplier (art. 6.39a, lid 3 Wet IB 2001). Effectief kent zo bijvoorbeeld de periodieke gift een maximumaftrek van € 251.250.
De giftenaftrek wordt sinds 1 januari 2023 gemaximeerd tot de tweede tariefschijf in de inkomstenbelasting, derhalve 36,93%. Dit is een gevolg van de stapsgewijze verlaging van het tarief waartegen de persoonsgebonden aftrek in aftrek kan worden gebracht. Overigens kan na verrekening in respectievelijk box 1, box 3 en box 2 de persoonsgebonden aftrek niet leiden tot een negatief inkomen. Het negatieve bedrag wordt, bij beschikking, doorgeschoven naar het volgende jaar (art. 6.2a Wet IB 2001).
Het aftrek tegen het tarief van 36,93% is laag. In de praktijk wordt daarom steeds vaker uitgeweken naar de vennootschapsbelasting.
De vennootschapsbelasting
De niet-zakelijke gift aan een ANBI of steunstichting SBBI komt voor een bedrag tot ten hoogste 50% van de winst met een maximum van € 100.000 (art. 16 Wet Vpb 1969) in aftrek. Daarbij is in 2016 door de staatsecretaris een belangrijk opening geboden voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (vpb). In een besluit van 31 oktober 2016 heeft de staatssecretaris aangegeven dat giften die door een rechtspersoon worden gedaan, in verband met de persoonlijke behoefte van de aandeelhouder, in aftrek komen voor zover is voldaan aan de voorwaarden van art. 16 Wet Vpb.
De multiplier van art. 16, lid 4 Wet Vpb voor giften aan culturele instellingen bedraagt 1,5. De extra aftrek is net als in de inkomstenbelasting gemaximeerd, en wel tot € 2.500.
Doet een rechtspersoon een gift die het plafond overschrijdt dan wordt het meerdere aangemerkt als een uitdeling aan de dga. Deze kan vervolgens mogelijk een gedeelte onder de giftenaftrek in de inkomstenbelasting alsnog in aftrek brengen.
Door het ontbreken van een drempel voor de giftenaftrek en de lagere aftrek van de gift in de inkomstenbelasting (36,93% vanaf 2023) zal menig dga een eenvoudige rekensom kunnen maken. Immers, als hij of zij graag een goed doel steunt, kan gebruik gemaakt worden van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting of die in de vennootschapsbelasting.
Naar de huidige stand is het schenken via bijvoorbeeld de bv fiscaal voordeliger. De gift is aftrekbaar tegen het gecombineerd tarief (vpb/ib) dat ligt tussen de 40,8% en 45,8%. Dit verschil wordt in 2024 groter: het gecombineerde tarief kan oplopen naar 48,8%!
Jan Campagne
Publicatiedatum 3 mei 2023