We naderen zo langzamerhand de Kerst alweer, hoewel eerst nog een vergelijkbaar gekleed type langs moet komen. Maar vorig jaar had kerstavond een zeer onverwachte verrassing in petto. Dan doel ik in dit geval op het roemruchte kerstarrest van de Hoge Raad, waarin de forfaitaire box 3-heffing vanaf 2017 onderuit werd gehaald.
Het rechtsherstel dat daaruit voortvloeit, is inmiddels in volle gang. En het vervolg in de jaren 2023-2025 (de “Overbruggingswet box 3”) is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer. Echt iets nieuws wordt het echter niet. Er wordt als het ware tijd “gekocht” tot 2026, want dan moet een heffing op basis van het werkelijk rendement (wat dat ook moge zijn) ingevoerd. Begrijpelijk, maar een systeem dat al niet deugde blijft dan natuurlijk niet deugen. En of het gaat lukken een heffing op basis van werkelijk rendement te introduceren is nog maar zeer de vraag.
Tijdens de cursussen Belastingplan 2023 is dit het onderwerp waar de meeste tijd en discussie in ging zitten. En dan met name de positie van de niet-bezwaarmakers. Die lopen op grond van een later arrest van de Hoge Raad op 20 mei 2022 niet mee met het rechtsherstel en hebben dus geen recht op ambtshalve vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting over 2017 tot en met 2020. De politiek leek niet bereid daar iets aan te doen.
Dit leidde tot veel discussie in de wereld van fiscalisten en accountants en de koepels hebben koortsachtig overleg gevoerd met Den Haag om ook die groep te laten meedoen. Want direct al was duidelijk dat deze groep (massaal) bezwaar zou gaan maken en ontzettend veel verzoeken om ambtshalve vermindering zou gaan indienen met andere gronden dan in het arrest van 20 mei 2022 zijn aangevoerd.. En op nog meer werk op dit gebied zitten ze in Den Haag niet te wachten. Het goede nieuws is dat na wat schoorvoetende bewegingen staatssecretaris Van Rij nu toch door de bocht gaat. Dat blijkt uit de vergaande toezeggingen die na vragen uit de Eerste Kamer zijn gedaan.
In bijgaande link is de Memorie van Antwoord opgenomen waarin dit nader wordt toegelicht.
Conclusie: als er een positieve uitkomst komt van de nog aan te spannen massaalbezwaarprocedure krijgen niet bezwaarmakers dezelfde rechten als degenen die wel bezwaar hebben gemaakt. Daarvoor hoeft dus geen actie ondernomen te worden. De inspecteur zal dan uit eigen beweging bepalen of de aanslag verminderd moet worden.
Via een collectieve uitspraak wordt de uitkomst bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen bezwaar of beroep open. Als echter de geboden manier van rechtsherstel niet bevredigend is voor een belastingplichtige, kan iedereen een verzoek om ambtshalve vermindering indienen om op te komen tegen het geboden rechtsherstel. Expliciet geeft de staatssecretaris aan dat de vijfjaarstermijn niet geldt. Dat speelde vooral ten aanzien van het jaar 2017, waarvoor deze termijn dreigde te verstrijken.
In de massaalbezwaar-plusprocedure wordt aan de belastingrechter de vraag voorgelegd of niet-bezwaarmakers in box 3, net zoals bezwaarmakers, in aanmerking komen voor rechtsherstel zoals bedoeld in het Kerstarrest van de Hoge Raad. Over de exacte formulering van de voor te leggen casus(sen) vindt nog overleg met de koepels plaats. Duidelijk is nu in ieder geval dat alle niet-bezwaarmakers met box 3-inkomen over de jaren 2017-2020 aanspraak kunnen maken op een gelijke behandeling als bezwaarmakers, mocht de Hoge Raad de belastingplichtigen in deze nieuwe zaak in het gelijk stellen.
De soap van box 3 gaat dus onverminderd door. Wij houden jullie op de hoogte. Maar verwachten we er veel van? Eerlijk gezegd niet. De Hoge Raad is duidelijk geweest, en als die lijn doorbroken wordt voor box 3 zou nog in veel meer gevallen achteraf om ambtshalve vermindering verzocht kunnen worden. En dat gaat toch wel heel erg in tegen de basis van ons rechtssysteem. Maar je weet nooit: het kerstarrest hadden de meeste adviseurs ook niet zien aankomen.
Vragen of ff sparren hierover? Neem contact op met een van onze fiscalisten (055-3559979).
Publicatiedatum: 1 december 2022