Met ingang van NOW4 is er sprake van een nieuwe gebodsbepaling in de NOW. Tijdens onze vaktechnische overleggen (vto’s) en uit vragen aan onze helpdesk blijkt dat deze nieuwe gebodsbepaling nog onvoldoende bekend is bij accountants en hun klanten. Gezien de zware consequentie van het niet voldoen aan deze gebodsbepaling, nl. het op nihil vaststellen van de NOW-subsidie door het UWV, besteden wij in dit artikel aandacht aan deze materie.
Wat is er veranderd?
Met ingang van NOW4 is in artikel 16, lid 2 een aanvullende voorwaarde opgenomen die werkgevers verplicht om uiterlijk bij een NOW-aanvraag tot vaststelling een overeenkomst te sluiten met een vertegenwoordiging van werknemers over hoé wordt omgegaan met het uitkeren van bonussen en dividend. Dit is het bonus- en dividendbeleid. (Er is in dit geval sprake van een gebodsbepaling.)
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten?
- Deze gebodsbepaling kent géén terugwerkende kracht naar NOW1, 2 en 3;
- Wanneer een werkgever een aanvraag tot vaststelling doet voor NOW4, is deze verplicht om een overeenkomst te sluiten met ten minste één belanghebbende vereniging van werknemers (zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet melding collectief ontslag);
- Indien de werkgever minder dan 20 werknemers heeft, kan worden volstaan met een andere vertegenwoordiging van werknemers: de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de vergadering (zoals bedoeld in artikel 35b, eerste lid, van de Wet op de ondernemingsraden);
- Deze overeenkomst is vormvrij;
- Hierin worden schriftelijk de afspraken vastgelegd over het bonus- en dividendbeleid;
- Als een werkgever al is gehouden aan de verplichting tot het niet uitkeren van bonussen of dividenden (de reeds bestaande verbodsbepaling), zal óók een overeenkomst gesloten dienen te worden (in dat geval geldt zowel de verbods- als de gebodsbepaling);
- De nieuwe gebodsbepaling geldt alleen indien het voorschot of het definitieve subsidiebedrag €125.000 of meer bedraagt;
- De overeenkomst moet gesloten te zijn voordat een werkgever een aanvraag tot definitieve vaststelling van de NOW indient.
Wat is de consequentie indien de werkgever geen overeenkomst afsluit?
Wanneer, ingeval van een voorschot of een definitief subsidiebedrag van €125.000 of meer, uiterlijk op het moment van de aanvraag tot vaststelling van de NOW4 (5 of 6) er door de werkgever geen schriftelijke overeenkomst is gesloten met een belanghebbende vereniging van werknemers zal de subsidie door het UWV op nihil worden vastgesteld en dient de werkgever het reeds genoten voorschot in zijn geheel terug te betalen.
Wat is de verantwoordelijkheid van de accountant bij deze overeenkomst?
Uiterlijk bij aanvraag tot vaststelling van de NOW4 (5 of 6) stelt de accountant vast dat de vereiste overeenkomst aanwezig is (naast de reeds bestaande werkzaamheden ten aanzien van het uitkeren van bonussen of dividend conform de al geldende voorwaarden). In het kader van het fundamentele beginsel zorgvuldigheid (zorgplicht) is ons advies om ruimschoots vóór de aanvraag tot vaststelling te overleggen met de klant of een dergelijke overeenkomst al is afgesloten met een belanghebbende vereniging van werknemers. Indien dit (nog) niet het geval blijkt te zijn, dan resteert bij tijdig overleg met de klant waarschijnlijk nog voldoende tijd om de overeenkomst alsnog af te sluiten.
Publicatiedatum: 19 oktober 2022