Een sequel voor de box 3-soap?

Tja, ook ik bezondig me regelmatig aan het gebruik van Engelstalige woorden, waar Nederlands ook prima zou kunnen volstaan. Maar met een zoon die bijna alles in het Engels doet en de tv-programma’s en films in die taal, wordt het een soort tweede natuur. En het drukt sommige dingen ook lekker kernachtig uit. Maar ik heb de lezers hoog genoeg zitten om te veronderstellen dat ze wel begrijpen waar het over gaat.

Dat de box 3-heffing over de afgelopen jaren in strijd was met het EU-recht is geen verrassing meer (die soap heeft iedereen kunnen volgen). De belastingdienst heeft dus ten onrechte belastinggeld op zijn rekening gehad. Dat wordt, indien men daarvoor in aanmerking komt, ook keurig terugbetaald. Maar rente, ho maar. En dat is terecht op grond van de wet. Art. 30fe AWR is daar heel stellig in.

Een vrouw was het daar niet mee eens en claimde rentevergoeding voor de jaren 2016-2018 ter zake van de te veel betaalde box 3-heffing. Voor de jaren tot en met 2016 heeft de rechter de wetgever de hand boven het hoofd gehouden. Toen gold de regeling dat alleen in geval van een individuele buitensporige last aanspraak kon bestaan op vermindering van de aanslag. Dat was hier niet het geval, dus geen vermindering van belasting en dus zeker geen rente.

Voor de jaren 2017 en volgende geldt het kerstarrest van de Hoge Raad. Op grond daarvan kreeg deze vrouw een vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting van € 5.716 respectievelijk € 7.527. Maar rente werd, geheel logisch gelet op de tekst van de wet, niet vergoed. Op grond van het arrest “Darby[1]” uit 1990 bestaat echter bij schending van EU-recht aanspraak op een billijke genoegdoening. En die situatie is hier aan de orde. Het gerechtshof oordeelt dan ook dat de vrouw aanspraak kan maken op een rentevergoeding over de (achteraf) ten onrechte betaalde bedragen.

Het hof berekent de te vergoeden belastingrente op € 805 over 2017 en € 881 over 2018. Ik verwijs naar het bijgevoegde pdf-bestand voor de uitspraak[2] en de berekening van de rente. Het is nog niet bekend of er cassatie is ingesteld tegen deze uitspraak. Het Ministerie van Financiën heeft kennisgenomen van deze uitspraak en geeft aan deze te gaan bestuderen.

Wat betekent dit voor onze praktijk? Moeten we nu in alle gevallen waarin een terugbetaling van belasting over jaren vanaf 2017 heeft plaatsgevonden op grond van het kerstarrest weer een claim gaan neerleggen bij de belastingdienst over het vergoeden van rente? Krijgen we een nieuwe massaalbezwaarprocedure, maar dan over de rentevergoeding? Of zal de wetgever dit keer zijn hoofd buigen en erkennen dat recht bestaat op een reële tegemoetkoming?

Dat wordt weer zweten in Den Haag. We wachten de ontwikkelingen af of dit nog een vervolg gaat krijgen (de sequel).

Voor vragen hierover, neem contact op met de fiscalisten van Full Finance Consultants (055-3559979).

Publicatiedatum: 25 januari 2023

[1] EHRM 23 oktober 1990, 17/1989/177/233

[2] Hof Arnhem-Leeuwarden, 17 januari 2023, nrs. 20/00258+259 en 21/00470