Deze vraag krijgen wij regelmatig van onze klanten te horen. In artikel 360, Titel 9 BW 2 zijn de ondernemingsvormen beschreven die onder de werkingssfeer van Titel 9 vallen. Dit zijn coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, nv’s, bv’s en stichtingen en verenigingen die een onderneming in stand houden en een bepaalde omvang hebben[1].
Andere, veel gebruikte ondernemingsvormen zoals de eenmanszaak of vof vallen niet onder de werkingssfeer van Titel 9 BW 2, evenals ‘niet-commerciële’ stichtingen en verenigingen (c.q. commerciële stichtingen en verenigingen die niet voldoen aan een bepaalde omvang).
De vraag is nu: indien de toepassing van Titel 9 BW 2 als financieel verslaggevingsstelsel niet verplicht is, welk financieel verslaggevingsstelsel is dan aan te raden? Deze vraag wordt vaak gesteld als sprake is van een opdracht tot het samenstellen van een financieel overzicht van een eenmanszaak of vof (waarbij een jaarrekening in de terminologie van Titel 9 BW 2 een voorbeeld is van een financieel overzicht).
Bij het samenstellen van een financieel overzicht[2] zijn accountants (meestal) gehouden aan NV COS 4410. In NV COS 4410.10 is opgenomen dat verschillende stelsels inzake financiële verslaggeving kunnen worden gebruikt en dat dit stelsel afhankelijk zal zijn van de aard van de entiteit en het beoogde gebruik van het financieel overzicht. Vervolgens is in A16 opgenomen dat het stelsel inzake financiële verslaggeving gericht is op:
- de gemeenschappelijke behoefte aan historische financiële informatie van een grote groep gebruikers (d.w.z. een ‘stelsel inzake financiële verslaggeving voor algemene doeleinden’; of
- de behoefte aan historische financiële informatie van specifieke gebruikers (d.w.z. een ‘stelsel inzake financiële verslaggeving voor bijzondere doeleinden’).
De accountant zal zich dus moeten afvragen of de gekozen waarderingsgrondslagen passen bij de onderneming en het beoogde gebruik van het financieel overzicht (leg deze overwegingen vast!).
Belangrijk is in elk geval dat er sprake moet zijn van een stelsel van financiële verslaggeving en dat het management daarvoor verantwoordelijk is (NV COS 4410.7). In NV COS 4410 A17 worden voorbeelden genoemd van veel gebruikte stelsels voor algemene doeleinden: nationale standaarden (zoals Titel 9 BW 2, inclusief fiscale grondslagen voor de vennootschapsbelasting), IFRS for SMEs en IFRS. Maar er zijn ook situaties denkbaar waarin eigen gedefinieerde grondslagen kunnen worden toegepast, Titel 9 BW 2 is immers niet verplicht voor een eenmanszaak en vof. Indien gebruik wordt gemaakt van ‘eigen grondslagen’, worden deze grondslagen duidelijk omschreven in het financieel overzicht. En het kan daarbij best zo zijn dat deze grondslagen voor een groot deel of zelfs helemaal in overeenstemming zijn met Titel 9 BW 2. Indien echter is gekozen voor ‘eigen grondslagen’ hoeft de onderneming niet alle vereisten uit Titel 9 BW 2 / RJk te volgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bepaalde wettelijk verplichte toelichtingen zoals het vermelden van het gemiddeld aantal werknemers, onzekerheid ten aanzien van continuïteit, foutenherstel, etc.
Als er sprake is van een stelsel inzake financiële verslaggeving voor bijzondere doeleinden, zal er meestal ook sprake zijn van een beperking in de verspreidingskring. Neem dit dan ook op in de samenstellingsverklaring (en de opdrachtbevestiging). Een voorbeeld van een stelsel voor bijzondere doeleinden is bijvoorbeeld de Wet Inkomstenbelasting. Het gebruiken van de Wet Inkomstenbelasting kan dus niet kwalificeren als een stelsel voor algemene doeleinden (zie NV COS 4410.10 / A18). Let op: het gebruiken van de Wet Inkomstenbelasting verschilt duidelijk van het toepassen van fiscale grondslagen bij een rechtspersoon (bijvoorbeeld een bv) cf Titel 9. Dan is namelijk wel sprake van een stelsel voor algemene doeleinden.
Zoals blijkt uit de uitspraak van de Accountantskamer in augustus 2019 (19/358 Wtra AK) moet het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving in diverse documenten met elkaar in overeenstemming zijn. Zorg dat het toegepaste stelsel in ieder geval in de volgende documenten is opgenomen (en met elkaar in overeenstemming is):
- opdrachtbevestiging;
- samenstellingsverklaring;
- financieel overzicht;
- overige documenten (bijvoorbeeld de LOR).
In de praktijk zien wij regelmatig dat de term ‘in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen’ wordt gebruikt en men ervan uitgaat dat dit als verslaggevingsstelsel voldoet. In de eerder aangehaalde uitspraak van de Accountantskamer is gesteld dat de verwijzing naar algemeen aanvaarde grondslagen niet kon volstaan, omdat de grondslagen in de opdrachtbevestiging afweken van de grondslagen in de jaarrekening.
De vraag is of ‘in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen’ in andere situaties wel voldoende duidelijk weergeeft welk stelsel wordt gehanteerd. Wij zijn van mening dat deze vermelding waarschijnlijk niet voldoet. In Nederland algemeen aanvaarde grondslagen kunnen immers per soort entiteit/onderneming verschillen, waardoor nog steeds onduidelijkheid zal bestaan over de toegepaste grondslagen. Denk maar aan verschillen tussen een niet-commerciële stichting en een eenmanszaak. Indien gekozen wordt voor eigen grondslagen, zullen deze grondslagen derhalve moeten worden omschreven in het financieel overzicht. In de opdrachtbevestiging en in de samenstellingsverklaring kan voor wat betreft het stelsel voor financiële verslaggeving verwezen worden naar de in het financieel overzicht beschreven waarderingsgrondslagen.
Resumé:
Een eenmanszaak of vof valt niet onder de werkingssfeer van Titel 9 BW 2 en hoeft derhalve geen jaarrekening op te stellen en te publiceren. Indien de cliënt toch graag een op een jaarrekening lijkend overzicht wil laten opstellen door zijn accountant, hebben we het over een financieel overzicht (cf NV COS 4410). Het toe te passen stelsel voor financiële verslaggeving is in beginsel een vrije keuze. Hierbij kan de eenmanszaak of vof kiezen uit:
- vrijwillige toepassing van Titel 9 (maar dan ook integraal!) of
- gedefinieerde eigen grondslagen.
Het is belangrijk dat in de opdrachtbevestiging, het financieel overzicht, de samenstellingsverklaring en overige stukken (bijvoorbeeld de LOR) telkens hetzelfde stelsel voor financiële verslaggeving wordt aangehaald, zodat hierover geen onduidelijkheid kan bestaan. Indien gekozen wordt voor ‘eigen grondslagen’, is vermelding van ‘in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen’ niet voldoende. De toegepaste ‘eigen grondslagen’ moeten worden beschreven. In de opdrachtbevestiging, samenstellingsverklaring en eventuele overige documenten kan verwezen worden naar het in het financieel overzicht beschreven stelsel van financiële verslaggeving.
Heb je vragen? Neem contact op met Leantine Wolffensperger.
[1] Daarnaast heeft Titel 9 betrekking op banken als bedoeld in artikel 415, ongeacht hun rechtsvorm en op cv’s en vof’s waarvan alle vennoten die volledig jegens schuldeisers aansprakelijk zijn voor de schulden, kapitaalvennootschappen naar buitenlands recht zijn.
[2] Bij een eenmanszaak of vof is geen sprake van een jaarrekening (deze term hoort bij Titel 9 BW 2), vandaar dat verder wordt gesproken over ‘financieel overzicht’.
Publicatiedatum: 10 juni 2020