In de Nederlandse wetgeving zijn diverse faciliteiten opgenomen om onbelast te kunnen herstructureren. Dat geldt voor zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting en de overdrachtsbelasting. Denk bijvoorbeeld aan de aandelenfusie, bedrijfsfusie, juridische splitsing en juridische fusie. Al deze faciliteiten zijn gebaseerd op de zogenaamde Fusierichtlijn. Daarin staat o.a. dat de faciliteit niet hoeft te worden verleend als sprake is van belastingfraude of -ontwijking. De Nederlandse wetgever heeft dit vertaald als belasting ontgaan of uitstellen. Belasting ontgaan is nagenoeg onmogelijk, en van uitstellen is altijd sprake als een faciliteit wordt geclaimd. Uit de toelichting op de wetsartikelen en de jurisprudentie blijkt dat hier nogal genuanceerd over gedacht kan worden. Maar heel eenvoudig verwoord moet het gaan om “zakelijke redenen”. Zijn die er, dan geldt de vrijstelling. Zo niet, dan zal moeten worden afgerekend met de fiscus.
De wettekst van art. 14a lid 6 vpb (juridische splitsing; voor de overige regelingen is deze vergelijkbaar) luidt als volgt:
Het tweede lid, respectievelijk het derde lid, eerste volzin, is niet van toepassing indien de splitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. De splitsing wordt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing indien de splitsing niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende- en de verkrijgende rechtspersonen. Indien aandelen in de gesplitste rechtspersoon, dan wel in een verkrijgende rechtspersoon binnen drie jaar na de splitsing geheel of ten dele, direct of indirect worden vervreemd aan een lichaam dat niet met de gesplitste rechtspersoon en met de verkrijgende rechtspersonen is verbonden, worden zakelijke overwegingen niet aanwezig geacht, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt.
Het valt ons de laatste tijd op dat vaker wordt gevraagd naar deze zakelijke overwegingen. Dan is de aanname dus kennelijk dat het niet duidelijk is dat er een zakelijke reden is, want je zit al in de tegenbewijsregeling. Maar wat zijn nou zakelijke redenen? Daar is de toelichting vaag over. Deze zakelijke overwegingen kunnen bestaan bij de vennootschappen en bij de aandeelhouders. Herstructurering en rationalisering van de actieve werkzaamheden voldoen in elk geval. Dat staat namelijk in de wettekst, maar dit is geen limitatieve opsomming. Fiscale motieven worden echter niet als zakelijke overwegingen beschouwd. Die mogen er wel zijn maar ze mogen niet doorslaggevend zijn voor de herstructurering. Waar ligt dan de grens?
Het voert te ver om hier in deze nieuwsbrief te diep op in te gaan, gelet op alle nuances die een rol spelen, en elk geval staat op zich. Belangrijk voor de praktijk is in ieder geval dat een bedrijfsopvolging kwalificeert. Als echter in eerste aanleg verzuimd is om een holdingstructuur te creëren en men wil dat later alsnog via bijvoorbeeld een ruziesplitsing realiseren, moet er rekening mee worden gehouden dat de fiscus stelt dat aandeelhoudersmotieven doorslaggevend zijn. En dan is er dus geen fiscale begeleiding.
Als er twijfel is, kan vooraf zekerheid worden gevraagd. Wij signaleren een toename van vragen op dit punt van de kant van de fiscus. Ga er dus niet te gemakkelijk vanuit dat een splitsing wel mogelijk zal zijn zonder fiscale gevolgen.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Bert Driessen (b.driessen@fullfinance.nl).