Kleine aanpassingen in BW2 titel 9, en andere wetgeving

Periodiek worden via een ‘verzamelwet’ diverse verbeteringen doorgevoerd.

De achtergrond van een dergelijke verzamelwet is dat kleine verbeteringen worden doorgevoerd in diverse wetten naar aanleiding van geconstateerde onvolkomenheden of technische gebreken. Bijvoorbeeld door onjuiste verwijzingen naar andere regelgeving, dan wel niet volledig overnemen van Europese regelgeving. Deze wijzigingen zijn in de Memorie van Toelichting Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018 (34 887, nr. 3) bij het wetsvoorstel toegelicht. Deze wijzigingen zijn op 19 september 2018 in werking getreden. En moeten dus nu al worden toegepast.

De RJ heeft de wijziging in BW 2 titel 9 door middel van RJ uiting 2019-5 en 2019 -11 ‘Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018’- wijzigingen in Titel 9 Boek 2 BW opgenomen in de Richtlijnen.

De (beperkte) inhoudelijke wijzigingen betreffen:

  • Art. 395a – microrechtspersonen:

o afzonderlijke presentatie (‘wordt aangegeven’) van langlopende schulden en kortlopende schulden (art. 395a lid 4);

o indien van toepassing, onderaan de balans het feit vermelden dat geen overlopende posten met betrekking tot de overige bedrijfskosten zijn opgenomen (art. 395a lid 3).

  • Art. 396 – kleine rechtspersonen:

o afzonderlijke presentatie van kosten van oprichting en uitgifte van aandelen (art. 365 lid 1 onder a);

o afzonderlijke presentatie van opgevraagde stortingen van geplaatst kapitaal (art. 370 lid 1 onder d);

o vermelding bij het totaal van de schulden tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan 1 jaar en vermelding van het bedrag van schulden met een looptijd langer dan 5 jaar (art. 375 lid 2).

  • Art. 397 – middelgrote rechtspersonen (in te deponeren jaarrekening):

o indien vaste activa worden gewaardeerd op actuele waarde, voor elke categorie vaste activa vermelding van de som van de herwaarderingen per balansdatum (art. 368 lid 2 onder a);

o afzonderlijke presentatie van kosten van oprichting en uitgifte van aandelen (art. 365 lid 1 onder a);

o afzonderlijke presentatie van opgevraagde stortingen van geplaatst kapitaal (art. 370 lid 1 onder d).

Deze wijzigingen zijn in de concept RJ uiting 2019-11 geconcretiseerd in de betreffende alinea’s van de richtlijnen.