Kunnen we binnenkort nog borren?

De afgelopen jaren zijn we heel druk geweest met reorganisaties e.d. om ondernemingsvermogen op een fiscaalvriendelijke manier aan de volgende generatie over te dragen. Dit is afhankelijk van de situatie geheel of gedeeltelijk mogelijk met gebruikmaking van de bor (bedrijfsopvolgingsregeling). In alle gevallen is sprake van maatwerk dat een gedegen voorbereiding vergt en qua uitvoering soms best complex kan zijn. Dat er veel gebruik wordt gemaakt van deze faciliteit is ook het pluche in Den Haag opgevallen. Steeds sterker worden de geluiden dat de bor ruimhartiger is dan nodig. En mede gelet op de budgettaire problemen lijkt een versobering er op korte termijn toch wel aan te komen.

De bor voorziet in een voorwaardelijke vrijstelling van de schenk- en erfbelasting. Momenteel bestaat de vrijstelling uit drie onderdelen (afgezien van betalingsregelingen):

  • een vrijstelling van 100% voor het verschil tussen de liquidatiewaarde en de lagere goingconcernwaarde (de voortzettingswaarde).
  • een vrijstelling van 100% van de goingconcernwaarde tot € 1.134.403 van het vermogen per objectieve onderneming.
  • een vrijstelling van 83% voor zover de goingconcernwaarde meer bedraagt dan € 1.134.403 (2022).

Daarnaast zijn er nog doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting.

De achtergrond van het bestaan van deze regeling is dat de continuïteit van een bedrijf niet in gevaar mag komen door de betaling van inkomsten-, schenk- of erfbelasting. Diverse onderzoeken hebben echter uitgewezen dat de regeling wellicht te ruimhartig is. Uit een promotieonderzoek van 219 nalatenschappen blijkt namelijk dat in 69% van de gevallen (2002-2005) voldoende vrije middelen aanwezig waren om die belasting te voldoen. Uit intern onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat bij overlijdens in 2017 in 75% van de gevallen voldoende middelen aanwezig waren om de belasting te kunnen voldoen. Ook KPMG is met een onderzoek gekomen, waaruit zou blijken dat een versobering Nederland internationaal op achterstand zal zetten ten opzichte van andere Europese landen. Nederland is namelijk bepaald niet het enige land dat een dergelijke faciliteit kent. Maar volgens dit onderzoek kan minder dan 20% van de bedrijven de belasting bij een bedrijfsoverdracht uit eigen zak betalen.

Eind 2021 lanceerde D66 een ‘Aanvalsplan’ tegen belastingontwijking, waarbij de bor prominent in beeld kwam. Het gezamenlijke budgettaire belang van de bor en van de vergelijkbare regeling in box 2 van de inkomstenbelasting bedraagt ruim een half miljard euro. Van het budgettaire belang van de bor komt 40% ten goede aan slechts 2% van de verkrijgers. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën in reactie op het aanvalsplan van D66 tegen belastingontwijking. Weer een teken dat de politiek een wijziging aan het ‘inmasseren’ is.

Tot mijn verbazing is in de Voorjaarsnota met geen woord over een aanpassing van de bor gerept. Recent heeft staatssecretaris van Financiën Van Rij echter in zijn fiscale agenda voor deze kabinetsperiode aangekondigd dat hij voornemens is de regeling eenvoudiger en eerlijker te maken, en tegelijkertijd oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Een voorstel daartoe zal in 2023 naar verwachting worden ingediend.

Dat er sprake is van een regeling die niet meer helemaal aan het doel beantwoordt, heeft ook het CPB (met raadpleging van diverse bronnen) aangegeven [1]. De conclusie van het CPB is dat de bor wel doeltreffend is, maar niet in alle aspecten doelmatig. Volgens het CPB kan hetzelfde doel met veel minder geld en moeite worden bereikt. Het CPB onderschrijft de conclusie van de Belastingdienst dat er in 75% van de gevallen voldoende middelen zijn om belasting te betalen bij overdracht van de onderneming. Een betalingsregeling zou meer recht doen aan de achtergrond van de regeling. Die zou dan ook verruimd moeten worden en een vrijstelling op basis van de goingconcernwaarde zou moeten verdwijnen. De doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting zijn wel doelmatig. Bovendien is het uitvoeren van de regeling complex en arbeidsintensief en daardoor zijn de kosten hoog. Dat verbaast me niets gelet op alle beperkende voorwaarden die de regeling bevat en die voor veel discussie zorgen. Dat zit hem met name in de bezitseis en de voortzettingseis en de kwalificatie van wat tot het ondernemingsvermogen behoort (en dan zeker wat betreft onroerende zaken!).

In cijfers uitgedrukt concludeert het CPB het volgende.
In de periode 2010-2017 maakten per jaar circa 1100 ontvangers van een schenking en 600 ontvangers van een erfenis gebruik van de bor. In 2017 zorgde de regeling voor een belastingvoordeel van ruim € 400 miljoen. Van het totale vrijgestelde bedrag in dat jaar werd 22% veroorzaakt door de waarderingsfaciliteit, 19% door de volledige vrijstelling en 59% door de gedeeltelijke vrijstelling. De volledige vrijstelling geldt voor ondernemingsvermogens tot circa € 1,1 miljoen. Van de verkrijgers van een erfenis waarbij de bor werd gebruikt in 2010-2017, ontving 2,3% een ondernemingswaarde van meer dan € 5 miljoen. Bij schenkingen ontving 2,7% van de verkrijgers een schenking van meer dan € 5 miljoen. Deze twee groepen vertegenwoordigen samen circa 35% van het totale belastingvoordeel van de bor.

Kortom: alle seinen lijken op groen te staan voor een aanpassing van deze faciliteit op korte termijn.

De kans is dan ook groot dat de regeling van de bor zal wijzigen. En mogelijk al snel. Wellicht per 1 januari 2023 of 2024 gelet op de hiervoor genoemde uitlatingen van de staatssecretaris van Financiën, maar niet uitgesloten is dat dit onder politieke druk al op Prinsjesdag 2022 gebeurt met directe ingang om anticipatiegedrag te voorkomen. Hoewel ik dit niet direct verwacht, kan ik het ook niet uitsluiten. Dus: in gevallen waarin een bedrijfsoverdracht op stapel staat, kan het financieel gezien zeer de moeite lonen om haast te maken. Ik kan echter niet garanderen dat het qua timing gaat lukken als het voor Prinsjesdag 2023 geregeld moet zijn gelet op de complexiteit en de benodigde voorbereidende handelingen.

Voor vragen over deze problematiek kunt u contact opnemen met Bert Driessen (b.driessen@fullfinance.nl) of Dick Anholts (d.anholts@fullfinance.nl). En even Apeldoorn bellen mag natuurlijk ook: 055-3559979.

[1] Zie bijgaande link Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht (cpb.nl)

Bert Driessen

Publicatiedatum: 13 juli 2022