Regelmatig komt aan de orde hoe de Zvw-premie voor de dga moet worden toegepast. De Zorgverzekeringswet kent een hoge en een lage bijdrage (2021: 7,00% / 5,75%). De hoge bijdrage sluit aan bij de regeling beschreven in art. 42 Zvw en is de hoofdregel. Als hoofdregel is de inhoudingsplichtige een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd over het door hem verstrekte loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Vervolgens staan in het eerste lid al een aantal uitzonderingen en een van deze uitzonderingen (sub 4) betreft “het loon van de directeur-grootaandeelhouder bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel d, van de Ziektewet”.
Het is dan wel van belang dat de verwijzing naar de Ziektewet bekend is, want in deze bepaling gaat het om de niet verzekerde directeur-grootaandeelhouder voor de werknemersverzekeringen (op grond van de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder). Een niet verzekerde dga valt daarmee dus niet onder artikel 42 Zvw, maar onder de regeling van artikel 43 Zvw (lage inkomensafhankelijke bijdrage over het genoten bijdrage-inkomen). Hoofdregel van artikel 43 is dat de verzekeringsplichtige over de beloning de inkomensafhankelijke bijdrage is verschuldigd.
Voor de dga geldt op grond van art 43, tweede lid onderdeel a jo art. 49 lid 2 Zvw dat de inhoudingsplichtige de lage inkomensafhankelijke bijdrage moet inhouden op het loon.
Voor de directeur-grootaandeelhouder die verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen is de inhoudingsplichtige de hoge inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. Inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage op het loon blijft dan achterwege. In deze situatie is er sprake van een werkgeversheffing.
Het is dus van belang dat duidelijk is of een dga al dan niet is verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Meer informatie over dit onderwerp: s.twigt@fullfinance.nl of bel 055-3559979