Maaltijdbezorger, pakketbezorger in dienstbetrekking of niet?

Bij Deliveroo waren de maaltijdbezorgers aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam. In 2018 werden deze overeenkomsten niet meer verlengd en werd er alleen nog op basis van een overeenkomst van opdracht gecontracteerd. Nadat vakbond FNV hier tegen opkwam, is er na jaren procederen door de Hoge Raad op 24 maart 2023 geoordeeld dat de maaltijdbezorgers (toch) in dienstbetrekking werkzaam zijn.[1]

De Hoge Raad heeft in dit arrest wederom aangegeven dat het veel belangrijker is hoe partijen uitvoering geven aan de werkzaamheden, dan wat de bedoeling van partijen was (dat is slechts één van de omstandigheden die een rol kunnen spelen).

Opvallende details waren dat de bezorgers de vrijheid hadden om opdrachten te weigeren en zich konden laten vervangen, maar ook deze gegevens sluiten op zichzelf het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uit (r.o. 3.3.4), aldus de Hoge Raad.

Modelovereenkomsten

De modelovereenkomst vrije vervanging[2] wordt per 1 januari 2024 ingetrokken. Dit heeft de Belastingdienst onlangs bekendgemaakt. Reden: in het Deliveroo-arrest wordt geoordeeld dat ook bij vrije vervanging sprake kan zijn van werken in dienstbetrekking.

In welke mate dat mogelijk is en gebeurt, wordt in het bericht van de Belastingdienst niet nader toegelicht. Dat is opmerkelijk omdat de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest oordeelde dat de betekenis van de vervangingsclausule in die situatie gering was.

Als jouw klant met een dergelijke modelovereenkomst werkt, is het van belang te (her-)beoordelen of de werkzaamheden kwalificeren als dienstbetrekking of als overeenkomst van opdracht. Mogelijkerwijs passen de afspraken en de uitvoering van de feitelijke werkzaamheden ook onder bijv. de modelovereenkomst geen werkgeversgezag en kan deze modelovereenkomst worden gehanteerd.

Deliveroo als leidraad, pakketbezorgers bij een transportbedrijf

[3]Een chauffeur/pakketbezorger werkte op basis van een arbeidsovereenkomst bij een transportbedrijf. Met ingang van 1 januari 2017 wordt hij (net als twee andere collega’s) mede-eigenaar van 10% van de aandelen en ontvangt hij een maandelijkse vergoeding (in de praktijk onder vermelding van wisselende omschrijvingen) en een onkostenvergoeding. Er volgt geen aanzegtermijn als bedoeld in art. 7:668 BW, wat betekent dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is voortgezet, maar wel een eindafrekening van de arbeidsovereenkomst. Voor de rest wordt er vrijwel niets vastgelegd en de werkzaamheden blijven hetzelfde. Na anderhalf jaar wil de chauffeur/pakketbezorger van zijn aandelen af en vordert hij bij de kantonrechter o.a. voor recht te verklaren dat een arbeidsovereenkomst heeft bestaan tot en met 1 juni 2018.

De rechtbank neemt de criteria uit het Deliveroo-arrest als leidraad en gaat tevens in op de vragen of sprake is van inbedding van het werk/de werkende in de organisatie (‘ja’) en of de werkende zich als ondernemer gedraagt (‘nee’). De slotsom is dat de chauffeur/pakketbezorger ook na 1 januari 2017 een arbeidsovereenkomst had met het transportbedrijf.

Nog meer ontwikkelingen?

In het Deliveroo-arrest motiveert de Hoge Raad niet waarom hij tot dit oordeel is gekomen (art. 81, lid 1 RO) en laat de overwegingen van het Hof in stand. De Hoge Raad laat het aan de wetgever over om de wetgeving aan te passen. Daar wordt al aan gewerkt. In een hoofdlijnenbrief arbeidsmarkt (5 juni 2022) staat een voorgenomen aanpak langs drie lijnen:

  1. Creëren van een gelijker speelveld tussen werkenden en zelfstandigen
  2. Verduidelijking regels beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden van aanwezigheid van een arbeidsrelatie, en
  3. De verbetering van handhaving op schijnveiligheid.

In een voortgangsbrief van 16 december 2022 (werken met en als zelfstandige(n)) staat dit nader uitgewerkt voor de punten 1 en 2 en was het de verwachting dat een wetsvoorstel in de zomer van 2023 voor internetconsultatie voor kan liggen en daarna naar de Raad van State kan worden gestuurd.

Er loopt momenteel wel een internetconsultatie over de Wet verbetering flexibele arbeidskrachten (uitzendcontracten, oproepcontracten en tijdelijke contracten), maar nog geen internetconsultatie voor de zzp-problematiek. Misschien ook wel te verwachten met een demissionair kabinet.

De Belastingdienst heeft inmiddels een Handhavingsplan arbeidsrelaties 2023 gepubliceerd met informatie hoe de Belastingdienst de handhaving van arbeidsrelaties wil versterken en verbeteren in 2023 (punt 3 van de hoofdlijnenbrief). Voor de ‘liefhebber’ heb ik de link opgenomen: Handhavingsplan arbeidsrelaties 2023 (belastingdienst.nl).

NB. De overheid is een grote opdrachtgever van zzp’ers. De vakgebieden variëren van ict-ers, communicatiemedewerkers, adviseurs et cetera. In dat kader is het wel opmerkelijk dat op de site van de overheid onderstaande informatie is opgenomen: Maatregelen inhuur zelfstandigen | Zelfstandigen zonder personeel (zzp) | Rijksoverheid.nl

Maatregelen inhuur zelfstandigen

Zelfstandigen horen niet ingehuurd te worden door een werkgever of opdrachtgever terwijl ze eigenlijk in dienst moeten zijn. Het kabinet wil dit soort inhuur voorkomen. Er is onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers omdat zij verschillende contracten hebben.

Duidelijkheid over inhuur zelfstandigen

Het moet duidelijk zijn wanneer een zelfstandige werk oppakt en wanneer een werknemer dit doet …

Om vervolgens voor nadere informatie te wijzen op het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst en de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) op Ondernemersplein.nl.

Voor vragen of inlichtingen: Sandra Twigt, s.twigt@fullfinance.nl of bel 055-355 99 79.

Publicatiedatum 6 september 2023

[1] Hoge Raad 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:443

[2] Niet alleen de algemene modelovereenkomst vrije vervanging, maar ook branche-overeenkomsten en individuele overeenkomsten die hierop zijn gebaseerd, als ook de modelovereenkomst met een combinatie van vrije vervanging en geen werkgeversgezag

[3] Rechtbank Noord-Nederland, ECLI:NL:RBNNE:2023:2863