Wie is partner?
Het partnerbegrip wordt in eerste instantie geregeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, AWR. Gehuwden en geregistreerde partners zijn ook fiscale partners.
In onderdeel b worden de ongehuwde ‘contractuele’ partners als fiscale partners aangemerkt. Vervolgens wordt in artikel 1.2, eerste lid, van de Wet IB, een derde groep fiscale partners aangewezen. Dit zijn de ongehuwde samenlevers zonder notarieel contract, maar die wel een zodanige wederzijdse relatie hebben dat ze met partners gelijk moeten worden gesteld.
Als samenwonenden in gezamenlijke eigendom een woning bewonen, zijn zij voor de inkomstenbelasting ook fiscaal partner (art. 1.2, eerste lid, onderdeel d).
In een kennisgroepstandpunt (KG:202:2024:13) is aangegeven dat het geen vereiste is dat deze ‘woning’ een ‘eigen woning’ als bedoeld in artikel 3.111 lid 1 Wet IB moet zijn.
Dus wel vereist is dat sprake is van gemeenschappelijke (economische) eigendom van een woning die als hoofdverblijf ter beschikking staat en ze moeten op dat adres zijn ingeschreven (zie aanhef van lid 1). Niet vereist is dat de waardeontwikkeling de beide partners grotendeels aangaat of dat de kosten en lasten van de woning op beide partners drukken. Overigens werd bij de totstandkoming van de regeling wel gedacht aan de ‘eigen woning’. Enfin, dit zijn uitzonderlijke situaties, maar schijnbaar wel van belang om er een kennisgroepstandpunt aan te wijden.
Samenwonende broers in ‘eigen’ woonruimte in één gebouw?
Ouders willen samen met hun twee zonen een gebouw kopen en in dat gebouw komen drie zelfstandige woonruimten. Ouders worden voor 50% eigenaar en beide zonen ieder voor 25%.
Het gebouw wordt niet kadastraal gesplitst. Tussen beide broers is geen sprake van geregistreerd partnerschap, een notarieel samenlevingscontract of een aanmelding als partner voor een pensioenregeling. Zijn ze dan fiscaal partner op grond van de gezamenlijke woning?
In KG:202:2024:14 wordt het standpunt ingenomen dat als sprake is van zelfstandige woonruimte, er geen fiscaal partnerschap tussen de broers ontstaat. De beoordeling of sprake is van zelfstandige woonruimte is een feitelijke beoordeling, waarbij van belang is of de woningen beschikken over eigen voorzieningen, zoals een eigen voordeur, ingang, keuken, badkamer en toilet. Niet relevant is of de woning een eigen adres heeft. Als geen sprake is van zelfstandige woonruimte, kunnen beide broers voor de inkomstenbelastingen wel als fiscale partners kwalificeren als wordt voldaan aan de inschrijvingseis, en de overige vereisten van onderdeel d.
Sinds het arrest van de Hoge Raad van 23 september 2022 is het wel duidelijk dat ook een gedeelte van een kadastraal niet gesplitste woning een ‘eigen woning’ kan zijn voor de inkomstenbelasting.
Tijdelijke verhuur van de eigen woning
En nu we het toch hebben over de eigen woning, besteed ik ook aandacht aan de regeling van de tijdelijke verhuur van de eigen woning. Lees daar meer over in dit artikel.
Voor meer informatie: mr. Sandra Twigt-Endema RB (s.twigt@fullfinance.nl) of bel 055-3559979.
Publicatiedatum: 28 mei 2024