Peildatumarbitrage

Cashen van beleggingen

Het AD kwam een aantal weken geleden met een artikel met als kop “Recordverkoop: Nederlandse huishoudens cashen miljarden aan beleggingen”.
Uit cijfers van De Nederlandse Bank (DNB) blijkt dat Nederlandse huishoudens eind 2023 op grote schaal aandelen van de hand hebben gedaan en wel voor een bedrag van € 4,7 miljard. Volgens DNB het hoogste bedrag sinds de start van de metingen in 2009. Het vorige record qua kwartaalverkoop was € 2,8 miljard euro eind 2011.

Volgens DNB vonden de verkopen over de gehele beleggingsportefeuille plaats en werden er vooral in december 2023 veel aandelen verkocht. Het artikel eindigt met de opmerking dat DNB het lastig vindt nu een exacte oorzaak voor het flinke aantal verkopen aan te wijzen.

Als fiscalist kan ik DNB wel een handje helpen om de oorzaken – in ieder geval voor een deel – te achterhalen.

Het cashen door een DGA na een goed beleggingsjaar om met de opbrengst het “excessieve deel” van de leningen bij zijn bv voor 1 januari 2024 af te lossen, kan er bijvoorbeeld één zijn.

Daarnaast sluit ik niet uit dat veel beleggers in december 2023 een deel van hun beleggingsportefeuille hebben verkocht i.v.m. de Box 3-heffing op 1 januari 2024. Om te ‘profiteren’ van het lagere fictieve rendement op banktegoeden van afgerond 1,00% ten opzichte van het fictieve rendement op de overige bezittingen, w.o. beleggingen, van afgerond 6%.

Maar zullen deze beleggers allemaal bekend zijn met artikel 5.24 Wet IB 2001 waarin regels zijn opgenomen om peildatumarbitrage binnen Box 3 tegen te gaan? Dit zou zo maar eens niet het geval kunnen zijn. De digitale versie van de “Dikke van Dale” moest het antwoord op de invoer ‘peildatumarbitrage’ in ieder geval nog schuldig blijven!

Artikel 5.24 Wet IB 2001

In dit artikel is bepaald dat de omzetting van beleggingen in spaartegoeden (lid 1) en de tijdelijke verhoging van schulden (lid 2) voor de Box 3-heffing onder bepaalde voorwaarden wordt genegeerd, tenzij aan deze handelingen zakelijke overwegingen (lees: niet-fiscale) ten grondslag liggen, die op verzoek van de Belastingdienst aannemelijk gemaakt kunnen worden. Op de site van de Belastingdienst wordt kort omschreven onder welke voorwaarden de handelingen niet worden genegeerd voor Box 3. Naast de zakelijke overwegingen zijn dit:

  • als het vermogen voor 1 oktober of na 31 maart wordt verplaatst;
  • transacties waarbij de periode tussen aankoop- en verkoopdatum meer dan 3 maanden bedraagt (waarbij tussen de aankoop- en verkoopdatum een peildatum zit).

Het wachten is op het volgende artikel van het AD met als kop: “Nederlandse huishoudens keren massaal terug naar de beurs.”  Als dit artikel gebaseerd is op cijfers van DNB over het eerste kwartaal van 2024 vrees ik dat veel beleggers in de nabije toekomst wel eens meer bekend zullen worden met het begrip ‘peildatumarbitrage’?

Mocht je vragen hebben, neem dan contact op met Rob Lendering RB (via r.lendering@fullfinance.nl of 055 – 355 99 79).

Publicatiedatum: 3 april 2024