Als er sprake is van langlopende schulden dan blijkt het in de praktijk soms niet duidelijk hoe er om moet worden gegaan met het kortlopend deel hiervan. In dit artikel wil ik hier eens nader op ingaan.
Wat zegt de wet?
BW2 titel 9: artikel 375 lid 1 geeft de opbouw aan van de langlopende schulden, waaronder de leningen. Zie hieronder. Het artikel geeft aan dat langlopende schulden als zodanig worden gepresenteerd, inclusief het kortlopend deel daarvan. Wel wordt er gevraagd om toelichtingen op te nemen over aflossingen voor het komend jaar. Lid 2 geeft aan: Bij elke in lid 1 vermelde groep van schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan een jaar, met aanduiding van de rentevoet daarover. Voor het totaal van de in lid 1 vermelde schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd langer is dan vijf jaar.
BW2 titel 9: artikel 375 lid 1
Onder de schulden worden afzonderlijk opgenomen:
- obligatieleningen, pandbrieven en andere leningen met afzonderlijke vermelding van de converteerbare leningen;
- schulden aan banken;
- ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen voor zover niet reeds op actiefposten in mindering gebracht;
- schulden aan leveranciers en handelskredieten;
- te betalen wissels en cheques;
- schulden aan groepsmaatschappijen;
- schulden aan rechtspersonen en vennootschappen die een deelneming hebben in de rechtspersoon of waarin de rechtspersoon een deelneming heeft, voor zover niet reeds onder f vermeld;
- schulden ter zake van belastingen en premiën van sociale verzekering;
- schulden ter zake van pensioenen;
- overige schulden.
Artikel 2:375 lid 6 BW schrijft voor dat vermelding van het in het volgende boekjaar af te lossen bedrag in de toelichting is vereist, indien dit in de balans nog deel uitmaakt van de post langlopende schulden.
Wat zeggen de richtlijnen voor de jaarverslaggeving?
- RJK B9.2 Langlopende schulden en RJ 254 Schulden gaan verder dan wat er wettelijk is voorgeschreven voor wat betreft de langlopende leningen. Let op, dat zijn niet alle categorieën langlopende schulden zoals genoemd in BW2 titel 9: artikel 375 lid 1.
- In RJK B9.2 paragraaf 206 is de volgende aanbeveling opgenomen om het kortlopend deel van de langlopende leningen : Ten behoeve van het wettelijk vereiste inzicht wordt aanbevolen het bedrag van de in het eerstkomend jaar vervallende aflossingen op langlopende leningen te rubriceren onder de kortlopende schulden. Op deze wijze wordt het inzicht dat de balans biedt omtrent de liquiditeit van de rechtspersoon vergroot.
- RJ 254 paragraaf 406 spreekt een voorkeur uit voor een aparte presentatie van het kortlopend deel van de langlopende schulden: Artikel 2:375 lid 6 BW schrijft voor dat vermelding van het in het volgende boekjaar af te lossen bedrag in de toelichting is vereist, indien dit in de balans nog deel uitmaakt van de post langlopende schulden. Het verdient de voorkeur dat bedrag onder de kortlopende schulden te rubriceren.
De impact op het beeld van de jaarrekening
Hiervoor gaf ik aan dat de wet voorschrijft dat het kortlopend deel van de langlopende schulden onder de langlopende schulden wordt gepresenteerd. In de toelichting wordt dit kortlopend deel vermeld.
De RJ geeft aan dat voor het inzicht dat de balans geeft over de liquiditeit een aparte presentatie van het kortlopend deel van de langlopende leningen aanbevolen wordt/de voorkeur heeft. Een goed inzicht in de liquiditeit is bijvoorbeeld voor de bank van belang. Het wel of niet apart opnemen het kortlopend deel van de langlopende leningen heeft een impact op de beeld van de jaarrekening omdat dit een impact heeft op kengetallen zoals de liquiditeit.
Mochten jullie nog vragen hebben naar aanleiding van dit artikel dan kun je mij of een van mijn collega’s uiteraard contacten!
Drs. Yahya Latif RA (y.latif@fullfinance.nl) of bel 055-355 99 79.