Het valt mij regelmatig op dat accountantskantoren softwarekeuzes maken los van de overige onderdelen uit het applicatielandschap. Dus los van de context van de andere software die op een kantoor gebruikt wordt of gebruikt gaat worden. Is dat verstandig?
De ‘kracht’ van software zit veelal in de combinatie van diverse softwareonderdelen. De Microsoft-programmatuur (Office 365) vormt in dit verband een mooi voorbeeld. MS Teams is functioneel gezien niet de meest uitgebreide teamsamenwerkingssoftware die beschikbaar is, maar vooral de vergaande integratie met andere Office 365-onderdelen maken het een geschikt softwarepakket. Zo zullen ook weinig kantoren alleen AFAS CRM toepassen, maar dat veelal doen in combinatie met AFAS Uren facturatie en AFAS Financieel (voor de interne financiële kantooradministratie).
Soms worden combinaties van software door de applicatieleverancier ‘afgedwongen’. Zo gebruiken veel kantoren Unit4 Audit & Control (voorheen Auditor genoemd) in combinatie met Unit4 DocumentManager en laten ze de documenten zoals die worden opgeslagen in het samenstel- of controledossier (Unit4 Audit & Control) ‘doorzakken’ naar Unit4 DocumentManager. Op die manier zijn twee softwareonderdelen onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Ook de vraag of een kantoor nu nog moet starten met een klantenportaal zoals Client Online of AFAS OutSite of Mijnaccountantsportal, om er eens drie te noemen, is afhankelijk van het huidige of gewenste applicatielandschap. Dus ook hier geen softwarekeuze los van de andere softwareonderdelen. Er zijn inmiddels kantoren die de ingebruikname van een ‘traditioneel’ klantenportaal overslaan, en online samenwerken met cliënten op een andere manier – met andere software – vormgeven.
Softwarekeuzes staan dus niet los van andere onderdelen uit het huidige of gewenste applicatielandschap. Wij helpen kantoren om keuzes te maken binnen het geheel van het huidige en/of gewenste applicatielandschap. Als u met ons hierover van gedachten wilt wisselen, neem dan contact op met Arjan Gelderblom, Henk Aardoom of Martijn Kriek.