De turboliquidatie staat beschreven in art. 19, lid 4 boek 2 BW: “Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur (..) daarvan opgaaf aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven”[1]. Aan deze bepaling wijzigt niets. Wat wel wijzigt zijn de bepalingen in artikel 2:19b en 2:19c BW en dat maakt de turboliquidatie veel bewerkelijker.
Na de aankondiging in oktober 2019, een internetconsultatie in 2021 en de indiening in juli 2022, is de aanpassing van boek 2 BW een feit[2]. De wijziging zal bij koninklijk besluit in werking treden en dat moment moet dus in de gaten worden gehouden.
Het is een tijdelijke wet die twee jaar van kracht zal zijn met de mogelijkheid om de toepasselijkheid van de maatregelen (ook weer bij koninklijk besluit) met maximaal twee jaar te verlengen zodat een permanente wijziging kan worden voorbereid.
In een nieuw artikel 19b wordt de verantwoordings- en bekendmakingsverplichting voor het bestuur opgenomen. Bij gebruikmaking van de turboliquidatie deponeert het bestuur binnen 14 dagen na inschrijving van de ontbinding van de rechtspersoon bij het Handelsregister:
- Een balans en een staat van baten en lasten van het jaar van de ontbinding en het voorafgaande jaar (als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening is opgemaakt)
- Een beschrijving van:
- de oorzaak van het ontbreken van baten op het ontbindingstijdstip;
- (indien aan de orde) de wijze waarop baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld, en
- (indien aan de orde) de redenen waarom schuldeiser(s) geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven.
- De jaarrekeningen van eerdere boekjaren voor zover deze niet openbaar zijn gemaakt (en indien van toepassing, inclusief de accountantsverklaring bij een controle-opdracht).
Onverwijld nadat deze deponeringen zijn gedaan, doet het bestuur daarvan schriftelijk mededeling aan de schuldeiser(s).
De turboliquidatie wordt in de praktijk veel toegepast en de regeling biedt ruimte aan bestuurders om ‘toe te werken’ naar een situatie waarin er geen baten meer zijn op het tijdstip van de ontbinding. Het feit dat er wel schulden zijn, staat de toepassing van de turboliquidatie niet in de weg. De nieuwe regeling heeft als doel schuldeisers eerder en beter te informeren. Zij kunnen met de informatie beoordelen of de turboliquidatie terecht is toegepast en inschatten welke actie kan worden ingezet.[3]
De deponeringsverplichting geldt ongeacht of de beëindigde rechtspersoon schulden achterlaat.
Het niet voldoen aan deze deponeringsverplichting(en) kan worden bestraft als economisch delict[4]. Als het bestuur de deponeringsverplichting(en) niet is nagekomen, krijgen de schuldeisers een inzagerecht in de bewaarde administratie van de rechtspersoon, dat met machtiging van de kantonrechter kan worden uitgeoefend (art. 24 lid 4 boek 2 BW wordt daarmee aangevuld).
In artikel 19c wordt de mogelijkheid van een bestuursverbod geïntroduceerd.
Voor meer informatie: s.twigt@fullfinance.nl of bel 055-3559979.
Publicatiedatum: 22 maart 2023
[1] (Handelsregister via model 17a, waar bij vraag 3.1 ‘nee’ wordt ingevuld, zie ook de controlevragen bij onderdeel 8.1).
[2] Tweede Kamer 16 februari 2023 en de Eerste Kamer op 14 maart 2023 (in beide kamers als ‘hamerstuk’)
[3] Heropening van de vereffening vragen aan de rechtbank, het bestuur aansprakelijk stellen op grond van bestuurdersaansprakelijkheid e/o onrechtmatige daad of het aanvragen van het faillissement.
[4] Art. 1, onder 4, Wet op de economische delicten