Op 25 juli jongstleden heeft de Belastingdienst een bericht op de site geplaatst waarin zij werkgevers er op wijst dat zij mogelijk toch recht hebben op een loonkostenvoordeel (lkv) bij overgang van een onderneming.
Als een werkgever werknemers heeft overgenomen voor wie de overdragende werkgever in 2022 recht had op een lkv en de werkgever een beschikking Wtl over 2022 heeft, dan kan de werkgever bezwaar maken tegen de beschikking.
In de beschikking Wtl 2022 is ervan uitgegaan, dat bij de overgang van een onderneming het recht op een lkv niet overgaat naar de overnemende werkgever. Deze kwestie ligt nu voor bij de Hoge Raad, en volgens de conclusie van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad gaat dit recht wél over. De Hoge Raad beslist hierover waarschijnlijk in het najaar.
Van overgang van een onderneming is bijvoorbeeld sprake bij een fusie of bij de inbreng van een eenmanszaak in een BV.
De advocaat-generaal komt daarbij tot de volgende conclusie:
- De overnemende werkgever zet de dienstbetrekking voort die de werknemer met de overdragende werkgever had.
- Als de overdragende werkgever recht had op een lkv voor 1 of meer werknemers, dan heeft de overnemende werkgever van die werknemer(s) dat ook voor de resterende duur van het lkv.
- De doelgroepverklaring blijft geldig, ook al staat daar de naam van de overdragende werkgever op.
De Belastingdienst merkt daarbij aanvullend op dat de uitspraak van de Hoge Raad wellicht ook gaat gelden voor contractovernames waarbij de arbeidsovereenkomst met de werknemer ongewijzigd wordt voortgezet.
Zolang de Hoge Raad nog geen uitspraak heeft gedaan, blijft het standpunt van de Belastingdienst dat een lkv bij de overgang van een onderneming en bij contractovername niet mee overgaat naar de overnemende werkgever. Voor de berekening van de lkv’s in de beschikking Wtl over 2022 blijft dit ook het uitgangspunt.
Als de werkgever aanspraak wil maken op een lkv voor overgenomen werknemers, dan kan dat op de gebruikelijke manier door bezwaar te maken tegen de beschikking Wtl over 2022. Dit kan door gebruik te maken van het formulier “Bezwaar Loonheffingen”.
Dit bezwaar moet binnen 6 weken na de datum van de beschikking bij de Belastingdienst zijn ingediend, waarbij in het bezwaarschrift moet worden opgenomen:
- De verwijzing naar de procedure bij de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2023:341).
- Over welke werknemers het gaat.
- Over welk lkv per werknemer het gaat
- Toevoegen van de doelgroepverklaring van deze werknemers.
Als de Hoge Raad de conclusie van de advocaat-generaal overneemt, dan neemt de Belastingdienst het bezwaar inhoudelijk in behandeling. Als de Hoge Raad het standpunt van de Belastingdienst volgt, dan wordt het bezwaar afgewezen.
Mocht je vragen hebben, neem dan contact op met Rob Lendering, r.lendering@fullfinance.nl of 055-3559979.
Publicatiedatum 9 augustus 2023
Bron: Belastingdienst