Verhoging controlegrenzen in 2024, vragen en antwoorden

Op zeer korte termijn wordt het besluit tot verhoging van de grensbedragen genoemd in lid 1 van de artikelen 395a, 396 en 397 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek gepubliceerd in de Staatscourant (Implementatiebesluit Richtlijn verhoging grensbedragen, hierna: Algemene Maatregel van Bestuur, afgekort AMvB). De dag ná publicatie in de Staatscourant van deze AMvB geldt dan als de formele ingangsdatum van dit besluit. De AMvB bestaat uit slechts 4 artikelen en is tevens voorzien van een nota van toelichting. In dit artikel beantwoorden we een aantal vragen vanuit de praktijk.

Is er sprake van een aanpassing van de wet (Titel 9 BW2)?

Nee, de verhoging van de grensbedragen kan door middel van een AMvB. De wettelijke basis hiervoor ligt besloten in artikel 2: 398, lid 4 BW. Hier zit echter nog een addertje onder het gras. De aanpassing van de grensbedragen via een AMvB is in dit artikel alléén geregeld voor het regime klein (artikel 2: 396, lid 1 BW) en middelgroot (artikel 2: 397, lid 1 BW). Het micro regime (artikel 2: 395a, lid 1) kennen we echter pas m.i.v. boekjaar 2016. Kennelijk heeft de wetgever per abuis bij de invoering van het micro regime vergeten om artikel 2: 398, lid 4 daarop aan te passen. In de nota van toelichting bij de AMvB is hierover het volgende te lezen: ‘Uit het systeem van de wet volgt dat ook de grensbedragen van micro-rechtspersonen bij algemene maatregel van bestuur aangepast zouden moeten kunnen worden. In het voorstel voor de Wet uitvoering richtlijn duurzaamheidsrapportering wordt voorgesteld deze omissie te herstellen door artikel 2:395a toe te voegen aan de opsomming van artikelen in het vierde lid van artikel 2:398 BW. Het besluit sorteert voor op deze aanpassing ten behoeve van de kleine rechtspersonen om hen te kunnen laten profiteren van de verhoging van de grensbedragen en tijdig te kunnen voldoen aan de verplichting uit de richtlijn.’ (aanvulling van de auteur van dit artikel: waar in deze tekst wordt gesproken over kleine rechtspersonen dient men te lezen micro rechtspersonen).

Wat is de status van de implementatie van de AMvB op dit moment?

Het formele besluitvormingsproces is afgerond (EU-richtlijn, positief besluit inzake de AMvB door de Ministerraad en positief advies Raad van State). Wat resteert is de publicatie van de AMvB in de Staatscourant. De AMvB treedt in werking met ingang van de dag ná de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst (artikel 4, lid 1 AMvB). Deze wordt zéér binnenkort verwacht.

Over welke boekjaren moet c.q. mag men de verhoogde grensbedragen toepassen?

Dit is geregeld in artikel 4, lid 2 en 3 van de AMvB. In lid 2 is bepaald dat de AMvB toegepast moét worden op jaarrekeningen, bestuursverslagen en afzonderlijke jaarlijkse verslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2024. In dit geval is er dus géén sprake van een optie en moét men de verhoogde grensbedragen toepassen. In lid 3 is bepaald dat deze AMvB óók kán worden toegepast op jaarrekeningen, bestuursverslagen en afzonderlijke jaarlijkse verslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2023. Hier is dus wél sprake van een optie.

Wat zijn de nieuwe, verhoogde, grensbedragen volgens de AMvB?

De afgeronde, vetgedrukte bedragen, zoals die hieronder in de tabel zijn weergegeven, zijn ook de grensbedragen zoals die luiden na inwerkingtreding van de AMvB.

Als men kiest voor de optie om de verhoogde grensbedragen al toe te passen m.b.t. het boekjaar 2023 is er dan een formeel besluit nodig en zo ja, van welk orgaan van de vennootschap?

De plicht tot het opmaken van de jaarrekening rust op de rechtspersoon. In de interne verhoudingen binnen de rechtspersoon rust deze taak op het bestuur. Het opmaakbesluit is een rechtshandeling van het bestuur. Deze rechtshandeling is een eigen bevoegdheid van het bestuur. Wettelijk noch statutair kan dit besluit zijn onderworpen aan de goedkeuring van enig ander orgaan van de rechtspersoon (zie Compendium voor de jaarrekening, paragraaf 2.1.3, aantekening 2). Gezien deze formele verantwoordelijkheid van de (statutaire) directie voor het opmaken van de jaarrekening is het in dit geval aan te bevelen om deze beslissing, of de directie de door de accountant samengestelde jaarrekening accepteert, vast te leggen door daarover een opmaakbesluit te nemen. Ook is het aan te bevelen (als invulling van het fundamenteel beginsel zorgvuldigheid) dat de accountant i.h.k.v. zijn samenstelopdracht m.b.t. de jaarrekening over het boekjaar 2023 in de opdrachtbevestiging, het bespreekverslag of de LOR opneemt dat er door de directie gebruik gemaakt is van deze mogelijkheid zodat daar achteraf geen misverstanden over kunnen ontstaan.

Stel dat er nog een jaarrekening m.b.t. het boekjaar 2022 (of eerder) opgemaakt dient te worden, kunnen dan ook al de verhoogde grensbedragen worden toegepast?

Door de expliciete beperking in artikel 4, lid 3 van de AMvB tot boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2023 is dat niét mogelijk en gelden nog de bestaande lagere grensbedragen.

Is het toegestaan om de verhoogde grensbedragen ook al toe te passen op de vergelijkende cijfers van het voorgaande boekjaar?

In de nota van toelichting is opgenomen dat zowel voor de toepassing over 2023 als over de volgende boekjaren onverkort geldt dat de rechtspersoon op twee opeenvolgende balansdata aan twee van de drie vereisten (omzet, balanstotaal en aantal werknemers) moet voldoen om als een bepaalde categorie te kwalificeren. Daarbij kunnen de aangepaste grensbedragen ook worden gehanteerd voor de vergelijkende cijfers van het vorige boekjaar.

Stel dat een externe accountant van het bestuur de (wettelijke) controle-opdracht heeft gekregen tot controle van de jaarrekening over het boekjaar 2023 en dat het bestuur ná inwerkingtreding van de AMvB besluit om gebruik te maken van de mogelijkheid om de verhoogde grensbedragen toe te passen m.b.t. het boekjaar 2023 en als gevolg daarvan de door haar gegeven (wettelijke) controle-opdracht weer intrekt, dient er dan een melding aan de AFM plaats te vinden, en zo ja, door wie en binnen welke termijn?

In artikel 2:393 BW is het deskundigenonderzoek geregeld. Lid 2 van dit artikel gaat specifiek in op deze situatie. Het volgende is hierbij van belang:

  1. De opdracht kan worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die haar heeft verleend;
  2. De opdracht kan enkel worden ingetrokken om gegronde redenen; daartoe behoort niet een meningsverschil over methoden van verslaggeving of controle-werkzaamheden;
  3. De algemene vergadering hoort de accountant op diens verlangen omtrent de intrekking van een hem verleende opdracht of omtrent het hem kenbaar gemaakte voornemen daartoe;
  4. Het bestuur én de accountant stellen de Stichting Autoriteit Financiële Markten onverwijld in kennis van de intrekking van de opdracht door de rechtspersoon of tussentijdse beëindiging ervan door de accountant en geven hiervoor een afdoende motivering.

Het gebruik maken van de optie in de AMvB m.b.t. het toepassen van de verhoogde grensbedragen op de jaarrekening over het boekjaar 2023 is een gegronde reden en is niet in strijd met het opzegverbod (verslaggeving of controlewerkzaamheden) en kwalificeert als afdoende motivering. Zowel het bestuur als de accountant melden de intrekking van de (wettelijke) controle-opdracht onverwijld aan de AFM. Let wel op dat de opzegging geschiedt door de algemene vergadering of degene die haar heeft verleend (Raad van Commissarissen c.q. het bestuur).

Heb jij vragen over jaarrekeningrecht of wil je over accountancytechnische vraagstukken sparren? Neem gerust contact met mij op.

Henk Mentink RA (h.mentink@fullfinance.nl) of 055-355 99 79

Publicatiedatum: 7 maart 2024