Verwerking uitstel van betaling van belastingschulden

Inleiding

In het roerige coronatijdperk zijn er tal van faciliteiten om ondernemers te ondersteunen. Zo bestaat de mogelijkheid tot bijzonder uitstel van betaling van belastingschulden, waarbij de aflossingstermijn van de ontstane schulden maximaal 36 maanden bedraagt. In dit artikel wordt nader ingegaan op de verwerking van de belastingschulden in de jaarrekening mede gelet op de voorwaarden die de belastingdienst stelt.

De regeling

De belastingdienst biedt onder voorwaarden de mogelijkheid uitstel van betaling van belastingschulden te krijgen. Het is tot en met 30 juni 2021 mogelijk om – vanwege de coronacrisis – bijzonder uitstel van betaling aan te vragen bij de Belastingdienst voor een groot scala aan belastingen. De belangrijkste zijn de aanslagen inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw). Op de site van de belastingdienst is een opsomming te vinden van de totale lijst belastingmiddelen waar het om gaat.
Wanneer bijzonder uitstel van betaling voor langer dan 3 maanden wordt verkregen begint vanaf 1 oktober 2021 het aflossen van de belastingschuld, via een betalingsregeling van maximaal 36 maanden. De betalingsregeling geldt voor de belastingschulden die opgebouwd zijn van 12 maart 2020 tot en met 30 juni 2021 en waarvoor bijzonder uitstel is verkregen.
Let op: dat geldt ook voor de precoronaschuld voor belastingen waarvoor bijzonder uitstel is aangevraagd die al vóór 12 maart 2020 betaald hadden moeten worden of waarvoor een betalingsregeling is afgesproken.

Vóór 1 oktober 2021 stuurt de belastingdienst een brief met daarin:
• een definitief overzicht van de belastingschuld
• de voorwaarden van de betalingsregeling
• het maandbedrag van de betalingsregeling.

Nieuwe betalingsverplichtingen na bijzonder uitstel

Vanaf 1 juli 2021 moet de eerstvolgende belastingaangifte gewoon weer op tijd betaald worden, volgens de reguliere cyclus, rekening houdend met de deadlines. Wordt niet op tijd betaald, dan vervalt de betalingsregeling waardoor al vóór 1 oktober 2021 de openstaande belastingschulden betaald moeten worden.

Invorderingsrente

Als een ondernemer een aanslag niet op tijd betaalt, moet er normaal gesproken 4% invorderingsrente betaald worden vanaf het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Omdat ondernemers het de komende tijd financieel nog steeds moeilijk zullen hebben, wordt een aangepast tarief van de invorderingsrente van 0,01% gehanteerd tot en met 31 december 2021. Dit zorgt ervoor dat de komende tijd ook vrijwel geen rentekosten in rekening worden gebracht op de belastingschuld die afgelost moet gaan worden.

Op tijd aangifte doen

De belastingen waarvoor bijzonder uitstel is verleend aan de ondernemers, hoeven voorlopig niet betaald te worden maar de aangifte moet nog altijd op tijd gedaan worden.

Verwerking in de jaarrekening

Hieronder wordt de verwerking in de jaarrekening uiteengezet in twee scenario’s omdat het moment van gebruikmaken van de regeling van belang is (wel of geen gebeurtenis na balansdatum). Daarnaast wordt in de behandeling van de verwerking in eerste instantie uitgegaan van de RJ voor middelgrote en grote rechtspersonen en vervolgens wordt er aangegeven waar de RJ voor micro- en kleine rechtspersonen daarvan afwijken.

Scenario 1 Geen gebeurtenis na balansdatum
In scenario 1 wordt ervan uitgegaan dat het vragen om en verkrijgen van bijzonder uitstel van betaling wegens corona voor het einde van het boekjaar heeft plaatsgevonden.

De regeling komt er kort samengevat dus op neer dat de belastingschulden waarvoor de uitstel van betaling geldt, met ingang van 1 oktober 2021 terugbetaald moeten worden in 36 gelijke maandelijkse termijnen. Er wordt een invorderingsrente van 0,01% gehanteerd. Dit is de standaardregeling. Er zijn in overleg met de belastingdienst ook maatwerkoplossingen mogelijk. In ieder geval geldt 1 oktober 2024 wel als uiterste datum.

Rubricering

In de jaarrekening wordt de belastingschuld apart gepresenteerd in de balans of toegelicht in de jaarrekening (RJ 272.601).

In de jaarrekening 2020 moet de belastingschuld in ieder geval voor het deel met een resterende aflossingstermijn van langer dan een jaar na einde boekjaar als langlopend verantwoord worden. Voor het gedeelte dat binnen een jaar na einde boekjaar afgelost moet worden is de keuze om dit als kortlopende schuld te presenteren op de balans of als langlopende schuld in combinatie met vermelding in de toelichting welk gedeelte kortlopend is (RJ 254.303, RJ 254.308).

Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat de regeling ervan uitgaat dat wordt voldaan aan de voorwaarden zoals eerder in dit artikel genoemd. Is dat niet het geval, dan vervalt het uitstel van betaling en de betalingsregeling en dient de schuld gerubriceerd te worden als kortlopend (RJ 254.307).

Toelichting

Als de volledige belastingschuld op de balans als langlopend wordt gepresenteerd, wordt in de toelichting aangegeven welk deel daarvan kortlopend is (RJ 254.308).

Daarnaast moet in de toelichting op de langlopende schulden de rentevoet worden vermeld, in dit geval 0,01 % (RJ 254.403).
De geldende voorwaarden voor het gebruikmaken van de betalingsregeling (inclusief de betalingsregeling zelf) dienen in de toelichting van de langlopende schulden opgenomen te worden (RJ 254.408). Zoals hierboven vermeld is een van de voorwaarden dat per 1 juli 2021 de aangiften weer volgens het gebruikelijke schema betaald moeten worden.

In de toelichting dient een mutatieoverzicht opgenomen te worden inzake de langlopende schulden, met daarbij de vermelding van het kortlopend deel inden dat niet apart onder de kortlopende schulden is gerubriceerd (RJ 254.408a).

Richtlijnen voor de jaarverslaggeving micro- en kleine rechtspersonen

De RJK is minder uitgebreid qua voorgeschreven toelichtingen. Er wordt niet gevraagd om de rentevoet te vermelden en is er ook geen mutatieoverzicht voor de langlopende schulden voorgeschreven (RJK B9.2 en B9.3).

Scenario 2: Wel een gebeurtenis na balansdatum (RJ 160)
In scenario 2 wordt ervan uitgegaan dat het vragen om en verkrijgen van bijzonder uitstel van betaling wegens corona na het einde van het boekjaar heeft plaatsgevonden.
Indien pas na einde boekjaar 2020 uitstel van betaling wordt aangevraagd en gekregen is de vervolgvraag of de jaarrekening al is opgemaakt. Als de jaarrekening nog niet is opgemaakt wordt er een toelichting opgenomen in de jaarrekening als het verkrijgen van het uitstel belangrijke financiële gevolgen heeft (RJ 160.405).

Indien de jaarrekening al is opgemaakt maar nog niet is vastgesteld, geeft RJ160.2013 aan dat alleen verwerking plaatsvindt van de gebeurtenis na balansdatum in de jaarrekening als dit onontbeerlijk is voor het inzicht. Dit is ter beoordeling in de specifieke situatie.
Zoals blijkt uit dit artikel is er een aantal bijzonderheden waar rekening mee moet worden gehouden bij het opstellen van de jaarrekening van ondernemingen die gebruikmaken van het bijzonder uitstel van betaling van belastingschulden vanwege corona. Met name het naleven van de geldende voorwaarden om blijvend gebruik te maken van de betalingsregeling is erg belangrijk, niet alleen voor de ondernemer maar ook voor de presentatie in de jaarrekening.

Drs. M. Yahya Latif RA