Wettelijke opmaak en publicatietermijnen. Hoe zat het ook alweer?

Ondanks het feit dat de laatste wijziging van het bv-recht alweer dateert uit 1 oktober 2012 blijkt uit de praktijk dat er nog altijd verwarring of onduidelijkheid is bij sommigen. In dit artikel wordt de vraag behandeld of het na invoering van het per 1 oktober 2012 gewijzigde bv-recht, zoals sommigen roepen, verplicht is geworden dat vóór 1 december wordt gepubliceerd. Daarnaast wordt er ingegaan op de daarmee samenhangende opmaaktermijnen.
In de literatuur staan artikelen waarin staat dat door invoering van het gewijzigde bv-recht de termijn voor het publiceren van de jaarrekening feitelijk is verkort. Naar onze mening is dat niet juist en blijft de oude situatie gehandhaafd.

Theorie

Over het opmaken, vaststellen en publiceren van de jaarrekening wordt op twee plekken in het Burgerlijk Wetboek (BW) gesproken. In BW2 Titel 5 staan bepalingen over de verhoudingen van de diverse organen van de vennootschap en in BW2 Titel 9 staan bepalingen over de jaarrekening en het openbaar maken daarvan.

In artikel BW2 artikel 210 is geregeld wanneer de jaarrekening en het jaarverslag moeten zijn opgemaakt. De jaarrekening moet binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar worden opgemaakt met een mogelijke verlenging van vijf maanden. Deze bepaling is overigens met de invoering van het gewijzigde BV-recht niet gewijzigd. Het opmaken van de jaarrekening is een taak van de directie. De aandeelhouders stellen vervolgens de jaarrekening vast.

In artikel BW2 artikel 394 wordt vervolgens bepaald dat, wanneer de jaarrekening niet binnen twee maanden na het opmaken is vastgesteld, de directie alsnog tot publicatie moet overgaan, met als uiterste datum een termijn van twaalf maanden na afloop van het boekjaar. Ook de strekking van deze bepaling is niet veranderd.

Wijzingen als gevolg van het gewijzigde bv-recht

In artikel BW2 artikel 210 is nu opgenomen dat in het geval van een directeur-grootaandeelhouder (dga) de ondertekening van de jaarrekening geldt als de datum van opmaken én tevens het vaststellen daarvan. In BW2 artikel 394 staat dat de jaarrekening binnen 8 dagen na vaststelling dient te worden gepubliceerd. En dan zou je tot de conclusie kunnen komen dat 8 dagen na 31 oktober de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel moet liggen.

Jurisprudentie

Zoals hiervoor aangegeven is de wet op het punt van het opmaken, vaststellen en publiceren niet gewijzigd. Uit de wetsgeschiedenis blijkt ook dat de vereenvoudiging van het vaststellen van de jaarrekening door de dga bedoeld is als een lastenverlichting. Dat betekent naar onze mening dat bestaande jurisprudentie op dit punt volledig intact blijft.

Een voorbeeld uit de jurisprudentie is een uitspraak van de Rechtbank Utrecht (BG7288). Daarin probeert een curator het bestuur aansprakelijk te stellen omdat niet tijdig is gepubliceerd. De rechtbank verwijst in de uitspraak naar een arrest van de Hoge Raad uit 1993 en komt tot de conclusie dat: “slechts relevant is of de jaarrekening binnen dertien maanden na afloop van het boekjaar is gepubliceerd” (artikel BW2 artikel 394 lid 3). “Of een jaarrekening al dan niet binnen acht dagen na de vaststelling ervan openbaar wordt gemaakt en of al dan niet tijdig een besluit tot verlenging van de termijn voor de opmaak is genomen is voor de toepassing van deze bepaling (de bestuurdersaansprakelijkheid) derhalve niet relevant”.

Conclusie

Onze conclusie is dat in de termijn voor het publiceren van de jaarrekening niets is gewijzigd. Uit jurisprudentie zoals hierboven vermeld blijkt dat de aansprakelijkheid van de dga wordt afgemeten aan publicatie binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar. Je hebt dus nog even tijd om de jaarrekening te publiceren.

Gert van den Brink