De discussie over schijnzelfstandigheid is nog volop gaande. Een goede wettelijke regeling ontbreekt nog steeds; bijna 10 jaar na afschaffing van de VAR. Wel zijn er ontwikkelingen dat er steeds meer branches zijn die afstand nemen van de zogenaamde (schijn)zelfstandigen. In ieder geval is duidelijk dat het handhavingsmoratorium per 1 januari 2026 gaat eindigen (geen zachte landing meer) en dat er weer boetes opgelegd kunnen worden.
Uit de jurisprudentie
Rechtbank Almere heeft recent een uitspraak gedaan over een RA die bij een accountants- en belastingadviesorganisatie werkte. Partijen hadden nadrukkelijk geen arbeidsovereenkomst beoogd. Maar toen zijn contract na 5 maanden werd beëindigd wilde de RA een schadevergoeding, een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Toen moest de rechter er aan te pas komen.
De beoordeling
De rechter ging de criteria uit het Deliveroo-arrest loslaten op deze casus. De aard en duur van het contract (5 jaar), fulltime werken, de inbedding in de organisatie, het feit dat het een kernactiviteit betreft, de spilfunctie op kantoor en het namens het kantoor naar buiten toe optreden passen meer bij een arbeidsovereenkomst.
De verplichting om ten minste drie dagen op kantoor te werken, gebruikmaking van de systemen, de controle op de uren, de vermelding van zijn verjaardag op intranet en het verbod op vervanging, zijn ook een indicatie voor een dienstverband.
Dat de RA zelf ook grote invloed had op de overeenkomst, inspraak heeft gehad in de hoogte van zijn beloning en partijen nadrukkelijk geen arbeidsovereenkomst wilden sluiten, is volgens de rechter niet voldoende. Artikel 7:610 BW heeft een dwingendrechtelijk karakter. Het is niet aan partijen om te bepalen of zij wel of geen arbeidsovereenkomst willen sluiten. Hoewel er ook wel aspecten waren die op een overeenkomst van opdracht wezen (auto via de BV van de RA en facturen via zijn BV) is hier sprake van niet meer dan een constructie die is bedacht vanwege gunstige fiscale regelingen.
Al met al heeft de rechter een ‘holistische weging’ toegepast en geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Per saldo ontvangt de RA € 31.000 voor een opzegtermijn van 3 maanden, € 1.436 transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 35.000. In totaal dus ruim € 67.000.
Praktijk
Ik heb in de praktijk met enige regelmaat gesprekken over deze materie. Iedere keer is het weer afpellen van wat er feitelijk gaande is. Dat is ook wat de rechter in de praktijk doet. En niet zelden is de uitkomst anders dan wat partijen beogen. Wees je bewust van de kritische kijk door de belastingdienst en de rechters, en ga niet te gemakkelijk mee met wat de klant wil (meestal geen arbeidscontract). De gevolgen kunnen duur uitpakken.
Voor meer informatie: drs. Bert Driessen (055-355 99 79) of b.driessen@fullfinance.nl
Publicatiedatum: 27 oktober 2025