Afkoop van een lijfrente kan fiscaal voordelig zijn

Afkoop van een lijfrente afkomstig uit een afgestorte oudedagsverplichting kan fiscaal voordelig uitpakken.

Op 10 juli 2024 hebben twee kennisgroepen van de Belastingdienst een gezamenlijk standpunt (zie hier) gepubliceerd, waardoor een oudedagsverplichting (hierna “ODV”) fiscaal gunstig kan worden afgekocht, door deze eerst af te storten naar een lijfrentebankspaarproduct[1] en deze lijfrenteaanspraak vervolgens af te kopen.

Voordeel

Het voordeel zit ‘m in de hoogte van de revisierente die bij de afkoop in rekening wordt gebracht. De afkoop zelf is belast in Box 1. De revisierente bedraagt in beginsel 20% van de afkoopwaarde, maar als de premieaftrek minder dan 10 jaar voor de afkoop heeft plaatsgevonden, kan de belastingplichtige in aanmerking komen voor de “tegenbewijsregeling revisierente”.
Ik licht het toe aan de hand van een voorbeeld:

Een dga heeft vanaf de eindjaren ’90 een pensioen in eigen beheer (hierna “PEB”) opgebouwd. Hij heeft gebruik gemaakt van de wet Uitfasering Pensioen in Eigen Beheer en de PEB in 2018 omgezet in een ODV voor de fiscale waarde van € 200.000. In 2020 heeft de dga de bv geliquideerd en daarbij de ODV afgestort naar een lijfrentebankspaarproduct voor een bedrag van € 201.000. In 2023 besluit de dga de lijfrenteaanspraak volledig te deblokkeren/af te kopen voor een bedrag van € 210.000.

Revisierente

De revisierente bedraagt bij de afkoop in beginsel 20% van € 210.000 = € 42.000. De vraag is of de dga in aanmerking komt voor de “tegenbewijsregeling revisierente”. Is er sprake van een situatie waarbij de premieaftrek minder dan 10 jaar geleden heeft plaatsgevonden? De pensioenopbouw (premieaftrek) van de PEB, waaruit het lijfrentebankspaarproduct via de omzetting in een ODV afkomstig is, heeft immers al plaatsgevonden vanaf eindjaren ’90.

Volgens het standpunt ontstaat voor de toepassing van de tegenbewijsregeling bij de omzetting van de ODV in een lijfrente een nieuwe aanspraak. In dit geval dus in 2020 voor een bedrag van € 201.000. Aangezien op het moment van afkoop nog geen 10 jaar zijn verstreken, kan een beroep gedaan worden op de tegenbewijsregeling.

De belastingdienst heeft voor de berekening van de te betalen revisierente op basis van de tegenbewijsregeling een hulpmiddel (zie hier) beschikbaar gesteld. Deze berekening leidt tot een bedrag aan revisierente van afgerond € 11.000. Gerelateerd aan de afkoopwaarde in 2023 van € 210.000 bedraagt de revisierente nu iets meer dan 5%. Ten opzichte van de standaardrevisierente van 20% van € 210.000 = € 42.000 een aanzienlijk verschil!

Vragen?

Heb je vragen over lijfrenten, oudedagsverplichtingen etc.? Neem dan contact op met Rob Lendering (r.lendering@fullfinance.nl of 055 – 355 99 79).

[1] Of lijfrentebeleggingsproduct of lijfrenteverzekering

Publicatiedatum 5 augustus 2024