Excessief lenen en villatax

Het zal je ongetwijfeld zijn opgevallen: nieuwsberichten waarin wordt opgeroepen bezwaar te maken tegen de heffing in box 2 bij excessief lenen en de villatax in box 1 (het voordeel voor een woning met een WOZ-waarde van meer dan € 1.310.000 (2024)).

Bij onze fiscale helpdesk krijgen we dan ook vragen over zin en noodzaak van deze bezwaren. Kortom, een goed moment om hier aandacht aan te geven!

Excessief lenen

De eerste aanslagen inkomstenbelasting over 2023 zijn inmiddels opgelegd, al zal het grootste deel nog volgen ook als degenen met box 3 inkomsten (anders dan banktegoeden) hun aanslagen ontvangen.

Bij excessief lenen is sprake van een fictief (regulier) voordeel uit aanmerkelijk belang. Dit voordeel wordt berekend door te belasten wat wordt geleend bij de eigen vennootschap boven het drempelbedrag (2023: € 700.000 en € 500.000 in 2024). Het is geen echt rendement (de naam fictief zegt het al) en wordt ook geheven als er geen overwaarde of winst (latente ab-claim) in de bv aanwezig is. Ook bestaat de mogelijkheid dat de ab-houder wordt belast voor het bovenmatig lenen van met hem/haar verbonden personen.

Uit de reacties die bij ons binnenkomen, is een vaak gehoorde opmerking dat bij de excessief lenen regeling de ab-claim ‘alleen eerder’ wordt betaald. Maar dit is onjuist. Bij excessief lenen gaat het niet om de passiefzijde – het eigen vermogen – van de balans, maar om de actiefzijde (de vordering op de ab-houder). Bij excessief lenen wordt een box 2 heffing niet verdisconteerd in een hogere verkrijgingsprijs. Dat had gekund, maar daar heeft de wetgever niet voor gekozen. De wetgever koos voor een heffing bij overschrijding (positief fictief regulier voordeel) en als tegenhanger (bij bijvoorbeeld aflossen tot beneden de drempel) een negatief fictief regulier voordeel. Dit negatief fictief regulier voordeel verreken je eerst in het jaar zelf met een positief (fictief of regulier) voordeel, vervolgens via carry back met een positief ab-voordeel van het vorige jaar en tot slot via carry forward in box 2 met de zes komende jaren.

Het is zeker denkbaar dat een fictie in box 2 niet strookt met de beginselen van belastingheffing dat werkelijke rendementen moeten worden belast. Denk aan de box 3 jurisprudentie (al is in dat opzicht ook moeilijk denkbaar dat ook de nog niet gerealiseerde waardemutaties zijn belast). Ook wordt aangevoerd dat het ontbreken van een overgangsrecht voor ‘bestaande’ schulden (en daarmee het belasten met terugwerkende kracht), of het ontbreken van een tegenbewijsregeling niet door de beugel kan.

Villatax

Ook de villatax ligt onder het vergrootglas. Voor een duurdere woning wordt het voordeel gesteld op een bedrag van € 4.585, vermeerderd met 2,35% van de WOZ-waarde voorzover dat uitgaat boven € 1.310.000. Voor de argumentatie maak ik gebruik van de tekst uit Accountancy Vanmorgen van 12 augustus jl.: “De villabelasting miskent dat sprake is van een afnemend grensnut bij een eigen woning met een hogere WOZ-waarde. De huurwaarde ontwikkelt zich immers degressief naarmate de WOZ-waarde hoger wordt. Bovendien wordt geen rekening gehouden met de sterk gestegen vaste lasten waarmee de eigenaren de afgelopen jaren zijn geconfronteerd. Daarom is de villabelasting op stelselniveau naar mijn mening in strijd met artikel 1 EP EVRM.’ Zo kan de heffing hoger worden dan het werkelijk behaalde rendement”.

Wat te doen?

Er is maar een goede tip: bespreek met je klant of actie gewenst is, leg uit waar het over gaat en dat we op voorhand niet kunnen inschatten wat de kansen op succes zijn. Bespreek ook wat de kosten zijn van het bezwaar (en wellicht de verdere procedure).

Het RB heeft het ministerie gevraagd om bezwaren tegen de regeling excessief lenen als massaal bezwaar aan te wijzen, dan wel om afwikkeling van bezwaren aan te houden totdat de Hoge Raad op prejudiciële vragen heeft geantwoord. Of dat gaat lukken, is op dit moment niet duidelijk.

En tot slot: leg schriftelijk vast (en deel dit bij voorkeur met je cliënt) dat het onderwerp is besproken en wat de cliënt daarop heeft besloten. Dit om te voorkomen dat jij achteraf krijgt tegengeworpen dat je niet aan je zorgplicht hebt voldaan met alle denkbare gevolgen van dien.

Als je cliënt besluit om in bezwaar te gaan, bespreek dan ook of je om uitstel van betaling verzoekt. Hou terdege rekening met het aspect van belastingrente.

Tot slot

  • Bij het aanwijzen als massaal bezwaar moet je een bezwaarschrift indienen (zie artikel 25c, derde lid Awr), maar kan je vervolgens afwachten wat wordt beslist en kan je meeliften met een gunstige uitkomst.
  • Voor RB-leden is een model Bezwaarschrift tegen aanslag inkomstenbelasting box 2 (excessief lenen bij de eigen vennootschap en de villatax) beschikbaar.

Voor meer informatie: mr. Sandra Twigt-Endema RB (s.twigt@fullfinance.nl of bel 055-355 99 79).

Publicatiedatum 16 augustus 2024