Ontwikkelingen ten aanzien box 3 – het houdt maar niet op

Er gaat bijna geen week voorbij of er is wel weer een ontwikkeling op dit gebied. Tijd om jullie weer even bij te praten. Dit is te meer van belang nu het kabinet gevallen is en dit wellicht weer andere opties in beeld laat komen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik daar weinig verwachtingen van heb. De politieke druk om tijdelijk tot een oplossing voor de gerezen problemen te komen is (te?) groot.

Wetsvoorstel voor de jaren 2028 e.v.

Het wetsvoorstel inzake het nieuwe box 3 systeem is ingediend op 19 mei 2025. Daarin staat hoe in de jaren vanaf 2028 het werkelijk rendement bepaald zal gaan worden. Dat zal een combinatie worden van direct en indirect rendement, waarbij het indirecte rendement deels als vermogensaanwasbelasting en deels als vermogenswinstbelasting wordt vormgegeven.

Om deze wet tijdig in te voeren, moet deze uiterlijk 15 maart 2026 zijn aangenomen. Anders haalt de wetgever het niet en ook bij toeleveranciers van de benodigde informatie voor de vooringevulde aangifte zal nog het nodige moeten gebeuren software matig. Omdat het nog een tijdje duurt en nog helemaal door de politieke molen moet terwijl we te maken hebben met een demissionair kabinet, ga ik er op dit moment niet nader op in. Zodra er belangrijke nadere ontwikkelingen zijn, komen we er uiteraard op terug.

Podcast RB

In het kader van deze nieuwe wetgeving is nog wel aardig dat in een podcast van het RB werd verwezen naar door de Hoge Raad geuite bewoordingen over het systeem van box 3. Karakter van een inkomstenbelasting is dat deze heffing uit het inkomen betaald moet kunnen worden, en niet door de verkoop van bezittingen. Een vermogensaanwasbelasting, waarmee Nederland in feite een uniek systeem in de wereld hanteert, is daarmee in strijd. Of daardoor nog verrassende wendingen zullen volgen in het wetgevingsproces of latere jurisprudentie, durf ik in dit dossier niet te voorspellen.

Tegenbewijsregeling

Dan de tegenbewijsregeling. Die geldt voor de jaren 2021-2028 (en soms ook voor de periode 2017-2020 als tijdig bezwaar is gemaakt). Dit wetsvoorstel is ondanks heftige tegenstand en vele bezwaren toch aangenomen door de Tweede Kamer op 12 juni 2025. Op 8 juli stemt de Eerste Kamer erover. Maar wel met een vervelend onderbuikgevoel voor talloze politici. Niets doen was echter ook geen optie.

Degenen die willen aantonen dat hun rendement lager is geweest dan het werkelijk behaalde rendement in deze jaren, zullen via het verplicht voorgeschreven nog te publiceren formulier Opgaaf Werkelijk Rendement dat recht moeten claimen.

Spoiler alert: naar verwachting zal vanwege de uitstekende resultaten op de beurs en de voortdenderende waardeontwikkeling van vastgoed slechts voor weinigen aanspraak hierop bestaan. Uitzondering kan met name zijn het jaar 2022, toen aan het einde de beurzen behoorlijk onderuit gingen.

Hoe dan ook, als je hiervoor wilt gaan is er wat puzzelwerk te verrichten.

Verzachting voor vastgoedbezitters?

Krijgen de bezitters van vastgoed in box 3 misschien nog een tegemoetkoming om het leed te verzachten? Het antwoord is een duidelijk nee!

Om de derving aan belastinginkomsten als gevolg van het uitstel van de Wet werkelijk rendement box 3 naar 2028 te dekken, is een verhoging van het forfait op overige bezittingen met 1,78%-punt in 2026 en 2027 voorgesteld. De staatssecretaris heeft drie eventuele verzachtende opties voor de belastingdruk van verhuurders van onroerende zaken in box 3 onderzocht op juridische houdbaarheid, budgettaire gevolgen en uitvoerbaarheid.

De eerste optie ziet op het niet of slechts gedeeltelijk verhogen van het forfait op overige bezittingen in 2026 en 2027. Deze optie leidt tot een budgettaire derving.

De tweede optie is het mogelijk maken van een kostenaftrek in de tegenbewijsregeling in 2026 en 2027. Een werkelijke aftrek van kosten of een forfaitaire aftrek brengt met name uitvoerbaarheidsproblemen met zich mee. Een kostenaftrek voor enkel onroerende zaken acht de staatssecretaris juridisch niet haalbaar vanwege strijd met het gelijkheidsbeginsel.

De derde optie is het actualiseren van de leegwaarderatiotabel. Omdat de leegwaarderatio een forfait is waarmee beoogd wordt de werkelijkheid te benaderen, kan het hanteren van een andere tabel alleen plaatsvinden na een nieuw onderzoek. Kortom, dat gaat hem niet worden tenzij door de val van het kabinet toch nog wat wijzigingen zullen plaatsvinden.

Wijziging onderlinge verdeling box 3-vermogen

En dan is er voor de oudere jaren nog een belangrijke uitspraak gedaan door Rechtbank Den Haag. De staatssecretaris van Financiën heeft collectief uitspraak gedaan op de bezwaren tegen de box 3 heffing voor 2017-2020. Daarbij wordt het vermogen verdeeld conform hetgeen in de aangifte is opgenomen. Een deel van de belastingplichtigen wil dit wijzigen omdat ze de meest voordelige wijze qua verdeling niet kenden ten tijde van het doen van aangifte. Rechtbank Den Haag, 27 mei 2025, nr. 23/4225, stelt in het belang van duidelijkheid in een vroeg stadium prejudiciële vragen aan de Hoge Raad of de verdeling nog gewijzigd mag worden en zo ja, tot wanneer.

Massaal bezwaar plus

En dan loopt de massaal bezwaar plus procedure nog voor personen die in de jaren 2017-2020 geen of te laat bezwaar hebben gemaakt, en als gevolg daarvan nog geen rechtsherstel hebben gekregen. Hoewel de Hoge Raad al eerder heeft geoordeeld dat deze personen daar geen recht op hebben, meent de praktijk dat er toch nog rechtsingangen zijn. En die liggen nu dus in de massaal bezwaar plus procedure bij de Hoge Raad. We wachten met spanning dit oordeel af.

Tot slot

En dit is nog lang niet alles wat er gebeurt in dit dossier, maar voor nu laat ik het er verder bij. Duidelijk is wel dat na het beschikbaar komen van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement er voor veel belastingplichtigen en hun adviseurs werk aan de winkel is. Een mooi klusje voor in de zomer?

Ik voeg hieronder nog een overzicht toe van de drie systemen waar we in de komende jaren mee te maken hebben.

Geschreven door Bert Driessen, fiscalist bij Full Finance Consultants. Bel voor vragen of opmerkingen naar 055-3559979 of mail naar b.driessen@fullfinance.nl.

Publicatiedatum: 27 juni 2025