Aanwijzing bezwaarschriften belastingrente als massaal bezwaar

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd waarin bezwaren tegen de belastingrente die vanaf 1 oktober 2020 in rekening is gebracht als massaal bezwaar worden aangewezen.

In dit besluit (Stcrt. 2025, 15207) wijst de staatssecretaris aan als massaal bezwaar als bedoeld in artikel 25c AWR de bezwaren tegen de belastingrente die vanaf 1 oktober 2020 in rekening is gebracht voor de inkomstenbelasting, erfbelasting, loonbelasting, dividendbelasting, omzetbelasting, overdrachtsbelasting, belasting van personenauto’s en motorrijwielen, accijns, verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de in artikel 1 Wbm genoemde belastingen (hierna: overige middelen), voor zover die bezwaren het percentage van de belastingrente betreffen dat op grond van artikel 30hb AWR in samenhang met artikel 1, onderdeel a, Besluit belasting- en invorderingsrente.

Bij uitspraak van 7 november 2024 heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat artikel 1, onderdeel b, van het Besluit BIR zoals dat luidde van 1 januari 2022 tot 1 januari 2024 onverbindend moet worden verklaard. De onverbindendverklaring betrof het hogere belastingrentepercentage (van 8 procent) voor de vennootschapsbelasting en enige andere middelen. Namens de staatssecretaris is op 18 december 2024 beroep in cassatie tegen deze uitspraak ingesteld. Zie ook dit artikel.

Een groot aantal bezwaren met eenzelfde rechtsvraag is ingediend tegen het belastingrentepercentage dat vanaf 1 oktober 2020 voor de vennootschapsbelasting in rekening is gebracht. Met ingang van 15 februari 2025 zijn deze bezwaren aangewezen als massaal bezwaar (besluit van 7 februari 2025, nr. 2025-3886, Stcrt. 2025, 5793).

Dit besluit treedt in werking met ingang van 8 mei 2025.

Publicatiedatum: 8 mei 2025