Box 3 “spaarders”: maak bezwaar tegen de aanslag inkomstenbelasting 2023

In box 3 kennen we op grond van de Overbruggingswet met ingang van 1 januari 2023 drie percentages:

  • een laag percentage van 0,92% voor banktegoeden (‘spaarders’),
  • een hoog percentage van 6,17% voor overige bezittingen (‘beleggers’), en
  • een percentage van 2,46% voor de waarde van schulden.

Voor belastingplichtigen die naast spaargeld ook overige bezittingen en/of schulden in box 3 hebben, worden de aanslagen over 2023  nog niet opgelegd. Dit in afwachting van het oordeel van de Hoge Raad (verwacht in augustus of september 2024) over de vraag of de Overbruggingswet een goede invulling geeft aan het Kerstarrest van 24 december 2021 (alleen het werkelijke rendement moet worden belast). Deze groep van belastingplichtigen ontvangt wel een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2023, maar nog geen definitieve aanslag.

De groep belastingplichtigen met alleen banktegoeden ontvangt wel een definitieve aanslag inkomstenbelasting 2023. Om je rechten veilig te stellen – om mee te kunnen liften op een gunstig arrest van de Hoge Raad – wordt door belangen- en koepelorganisaties aangeraden om tijdig (eventueel pro forma) bezwaar te maken tegen de aanslag inkomstenbelasting 2023 als de banktegoeden het heffingsvrije vermogen overstijgen (en uiteraard als het forfaitaire rendement van 0,92% hoger is dan het werkelijke rendement).

Het definitieve forfaitaire rendementspercentage van 0,92%[1] is na afloop van het belastingjaar vastgesteld. Mogelijkerwijs is dit (ook) in strijd met het Europese recht.

Heb je vragen? Neem gerust contact met mij op: mr. Sandra Twigt-Endema RB (s.twigt@fullfinance.nl) of bel 055-355 99 79.

Publicatiedatum: 28 mei 2024

[1] Besluit Staatssecretaris van Financiën van 16 april 2024, 2024-0000224266, Stcrt. 12218