Wij krijgen veel vragen over ruisend of geruisloos de bv in gaan. Daarbij komt het ook regelmatig voor dat nog eerst een overdracht van een aandeel in een onderneming plaatsvindt van ouder aan kind. Daar worden zoals blijkt uit onderstaande standpunt wel enige voorwaarden aan gesteld!
Terugwerkende kracht einde samenwerkingsverband en inbreng in een bv
Het komt regelmatig voor dat een ondernemer met terugwerkende kracht de bv in wil. Maar als die ondernemer nog in een samenwerkingsverband met bijvoorbeeld zijn ouders zit, kan dat niet zomaar. De Kennisgroep van de Belastingdienst heeft hierover een standpunt ingenomen. De casus is als volgt:
Ouder en kind zijn samen firmant in een vof. Het kind heeft op 20 september 2022 een intentieverklaring tot oprichting van een bv geregistreerd. In de intentieverklaring is opgenomen dat het kind voornemens is het ondernemingsvermogen van de ouder over te nemen naar de toestand van 1 januari 2022 en dat het voornemen bestaat zowel het eigen aandeel als het van de ouder overgenomen aandeel in de vof met terugwerkende kracht naar 1 januari 2022 in een bv in te brengen. De ouder draagt op 20 december 2022 het firma-aandeel naar de toestand per 1 januari 2022 over aan het kind. Het kind richt (tijdig) de bv op en wil met toepassing van artikel 3.65 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) het gehele ondernemingsvermogen van de vof met terugwerkende kracht naar 1 januari 2022 inbrengen in deze bv.
De vraag is of de overdracht van de ouder aan het kind ook met terugwerkende kracht mogelijk is. Het antwoord luidt dat dit afhankelijk is van de feiten.
Hoofdregel
De hoofdregel is dat terugwerkende kracht normaal gesproken niet mogelijk is. Echter, voor de ruisende en geruisloze inbreng is dat onder voorwaarden wel toegestaan. Ook het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst kan, mits op zakelijke gronden, terugwerken naar een eerdere datum.
Voor art. 3.63 Wet IB is echter geen terugwerkende kracht toegestaan. Dus het is in de hierboven beschreven casus niet mogelijk om het van de ouder overgenomen aandeel met terugwerkende kracht geruisloos in te brengen. Dat stond al in een besluit uit 1998 en in zijn Besluit van 19 januari 2022 (Stcrt. 2022, 1734, onderdeel 3) heeft de staatssecretaris van Financiën dat standpunt bevestigd voor uittredingen uit een samenwerkingsverband.
Het voorgaande kan anders zijn als de overdracht aan het kind feitelijk al eerder heeft plaatsgevonden. Dan is de volgorde van handelingen van groot belang. Als het gewenste overgangstijdstip 1 januari is, moet de uit de feiten en omstandigheden blijken dat de onderneming vóór of op die datum is overgedragen. Dat kan blijken uit de obligatoire overeenkomst tot overname. De feitelijk overdracht moet hebben plaatsgevonden voorafgaande aan de inbreng in de bv. Vindt die overdracht plaats op 1 januari, dan is het ondeelbare moment tussen overdracht op de voet van art. 3.63 en de inbreng op de voet van art. 3.65 geen belemmering.
Verder is door de Kennisgroep het volgende opgemerkt.
De obligatoire overeenkomst tot overname dient uit de feiten en omstandigheden te blijken. Indien feitelijk wordt geconstateerd dat de onderneming op of per 1 januari 2022 (in deze casus het overgangstijdstip) is overgedragen, dan kan een verzoek om toepassing van artikel 3.63 Wet IB 2001 worden gehonoreerd. Voor de beoordeling of de onderneming feitelijk is overgedragen zou, onder meer, kunnen worden gekeken naar:
- de wijze waarop de administratie is ingericht;
- de wijze waarop en door wie wordt gefactureerd;
- op wiens naam verplichtingen zijn aangegaan;
- de inschrijving in de Kamer van Koophandel;
- het verwerken van privé stortingen en onttrekkingen.
Een latere schriftelijke bevestiging of vastlegging van de (eerdere) overdracht is mogelijk mits men daadwerkelijk heeft gehandeld overeenkomstig de gestelde (eerdere) overdracht. De beoordeling op welk moment de overdracht feitelijk heeft plaatsgevonden is aan de inspecteur
Voor de praktijk
Voor de praktijk wordt weer eens duidelijk dat ook hier een zorgvuldige planning van groot belang is. Bij voorkeur wordt vóór afloop van het kalenderjaar besloten en schriftelijk vastgelegd om een firma-aandeel over te dragen. Als dat moment later ligt, is terugwerkende kracht in beginsel uitgesloten, tenzij uit de feiten blijkt dat de onderneming al vanaf 1 januari voor rekening en risico van het voortzettende kind wordt gedreven. Dat zal mogelijk echter lastig te onderbouwen zijn.
Wij krijgen van kantoren veel vragen over klanten die ruisend of geruisloos de bv in willen gaan. Daarbij komt het ook regelmatig voor dat eerst nog een overdracht van een aandeel in een onderneming plaatsvindt van ouder aan kind. Daar worden zoals blijkt uit het hiervoor genoemde standpunt dus wel enige voorwaarden aan gesteld. Neem voor vragen hierover gerust contact op met een van de algemeen fiscalisten van Full Finance Consultants: 055-355 99 79.
Publicatiedatum: 20 maart 2024
Bron: KG:212:2024:1 Overdracht firma-aandeel tijdens voorperiode geruisloze inbreng bv