Reactie kabinet op oordeel Hoge Raad over box 3

Op 14 juni jl. heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de box 3-heffing over de jaren 2013 en 2014 in strijd is met het EU-recht. De rechter achtte zich echter niet bevoegd dit te repareren. Dus is de politiek weer aan zet.

In een antwoord op Kamervragen heeft de staatssecretaris van Financiën samengevat het volgende aangegeven.

  • Op de massaaldbezwaarschriften zal collectief uitspraak worden gedaan. Het bezwaar zal worden afgewezen.
  • In de brief ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ wordt een tweesporenbeleid aangekondigd. Dit betreft het inventariseren van mogelijkheden om beter aan te sluiten bij daadwerkelijk behaalde rendementen en een tegemoetkoming voor mensen met nagenoeg alleen spaargeld.
  • Met Prinsjesdag (17 september 2019) zullen de eerste resultaten worden gepubliceerd voor wat betreft de heffing over spaartegoeden.
  • Van het meer fundamentele onderzoek qua heffingssystematiek van box 3 worden de resultaten naar verwachting in het voorjaar van 2020 naar de Kamer gezonden.

Wat betekent dit nu?

Indien sprake is van een individuele buitensporige last qua box 3-heffing in 2013 en 2014 zal dit individueel uitgeprocedeerd moeten worden. De slagingskans van een procedure dat sprake is van een individuele buitensporige last lijkt klein. Er zijn slechts twee procedures bekend waarin dit standpunt is gehonoreerd. De eerste ging over de leegwaarderatio waarbij de huuropbrengsten structureel achterbleven bij het veronderstelde rendement. De stapeling van forfaits werd in dat ene geval in strijd met het EU-recht geacht. De tweede ging over een man die zijn box 3-vermogen kort na de peildatum in SNS-aandelen had belegd, die een dag later onteigend werden en daardoor waardeloos waren. Het vervallen van huurtoeslag en het zakken onder de armoedegrens vormde reden om een buitensporige last aanwezig te achten in die situatie.

Ook voor latere jaren is de verwachting dat de rechter geen hulp zal bieden. Dit temeer nu de overheid wel een poging heeft gedaan om beter aan te sluiten bij werkelijk behaalde rendementen. Dat dit nog steeds niet afdoende is moge duidelijk zijn, gelet op de voortdurende discussie hierover en de verdere plannen die nu onderzocht gaan worden.

Hopelijk komt met Prinsjesdag 2019 een oplossing voor degenen die hun geld vooral in spaarrekeningen e.d. beleggen. Voor andere vermogensbestanddelen gaat het nog wat langer duren voordat duidelijk wordt hoe de box 3-heffing zal gaan verlopen in de toekomst.