Op 22 mei 2023 is een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat de implementatie moet regelen van een aantal verplichte onderdelen van de zogenoemde btw-tarievenrichtlijn (Richtlijn (EU) 2022/542 van 5 april 2022).

Door deze implementatie zal de reikwijdte van de margeregeling voor antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen wijzigen. Een wederverkoper kan voortaan de aanvullende margeregeling niet meer toepassen als hij antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen tegen het verlaagde btw-tarief krijgt geleverd, deze goederen intracommunautair heeft verworven of heeft ingevoerd.

De aanvullende margeregeling is een bijzondere keuzeregeling die wederverkopers kunnen toepassen als zij de genoemde goederen aankopen van bepaalde belastingplichtigen, zoals de maker van een kunstvoorwerp. In dit geval mag de wederverkoper als maatstaf van heffing de marge gebruiken tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs. De wederverkoper mag de in rekening gebrachte btw dan niet in aftrek brengen. De achtergrond van de voorgestelde wijziging is dat wederverkopers onder de huidige vormgeving een prikkel kunnen ervaren om zich te vestigen in een EU-land met een relatief laag verlaagd btw-tarief op de inkoop van de genoemde goederen. Dit verstoort de concurrentiepositie van wederverkopers in andere EU-landen.

Om cumulatie van btw te voorkomen, zal een overgangsregeling worden getroffen. Op basis hiervan kan de wederverkoper, die door deze wijziging de aanvullende margeregeling niet meer kan toepassen, de eerder niet in aftrek gebrachte btw alsnog in aftrek brengen in het eerste belastingtijdvak van het kalenderjaar 2025.

Naast een aanpassing van de margeregeling wordt ook de plaats van dienst gewijzigd voor culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve of vermakelijkheidsdiensten die virtueel worden verricht. Om heffing van btw in het EU-land van verbruik te
waarborgen, worden deze diensten, voor zover die zien op het verlenen van virtuele toegang, belast op de plaats waar de afnemer is gevestigd, of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft.

De implementatie moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn afgerond, zodat de wijzigingen vanaf 1 januari 2025 van toepassing zijn.

Mr. Katelijne ten Thije

Publicatiedatum 24 mei 2023

Bron: Ministerie van Financiën, 22 mei 2023, 36362