In de afgelopen periode is aan onze vaktechnische helpdesk een vraag gesteld met betrekking tot de rubricering/classificatie van weilanden aangekocht t.b.v. mogelijke nieuwbouw in de toekomst in de jaarrekening.   

De casus

Een klant van een accountantskantoor heeft weilanden aangekocht die in de toekomst worden ingezet om nieuwbouwprojecten te realiseren. De normale bedrijfsactiviteiten van de klant zijn projectontwikkeling en bouwen van woningen t.b.v. verkoop. De verschillende weilanden hebben een status van nog geen uitzicht op een vergunning, wel uitzicht, vergunning verkregen of spa de grond in. De vraag van het accountantskantoor had betrekking op de rubricering van deze weilanden in de jaarrekening van de klant. Als vastgoedbelegging of voorraad of als onderhanden project.

De probleemstelling

De klant van het accountantskantoor is een middelgrote rechtspersoon. De volgende vragen zijn ingeval van rubricering van deze weilanden te beantwoorden:

1. Is er sprake van een vastgoedbelegging?
2. Of is er misschien sprake van een onderhanden project?
3. Of is er mogelijk sprake van voorraad?

Bij de uitwerking wordt verondersteld dat de aangekochte weilanden voldoen aan de criteria voor een actief (het is waarschijnlijk dat de toekomstige economische voordelen aan de rechtspersoon zullen toevloeien en het actief een kostprijs of waarde heeft waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld).

Beantwoording van de vragen: ad 1. Is er sprake van een vastgoedbelegging?

In RJ 213 Vastgoedbeleggingen is een vastgoedbelegging gedefinieerd als een onroerende zaak (of een deel daarvan) die wordt aangehouden (door de eigenaar of door de lessee onder een financiële leasing) om huuropbrengsten of waardestijging, of beide, te realiseren, en niét voor:

1. gebruik in de productie of de levering van goederen of diensten of voor bestuurlijke doeleinden in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening; of
2. verkoop als onderdeel van de gewone bedrijfsuitoefening.

Aangezien de normale bedrijfsactiviteiten van de klant bestaan uit projectontwikkeling en bouwen van woningen t.b.v. verkoop valt dit onder de uitsluitingsgrond sub a. en kunnen de weilanden dus niet als vastgoedbelegging worden gerubriceerd/geclassificeerd.

Het antwoord op deze vraag is dus negatief.

Beantwoording van de vragen: ad 2. Of is er sprake van een onderhanden project?

In RJ 221 Onderhanden projecten is een onderhanden project gedefinieerd als een project dat is overeengekomen met een derde, voor de constructie van een actief of combinatie van activa waarbij de uitvoering zich gewoonlijk uitstrekt over meer dan één verslagperiode.

Gezien de verschillende stadia waarin de aangekochte weilanden zich nu bevinden (nog geen uitzicht op een vergunning, wel uitzicht, vergunning verkregen of spa de grond) is het duidelijk dat er (nog) geen sprake is van een opdracht overeengekomen met een derde. Dit zal ergens in de toekomst waarschijnlijk wel het geval zijn. Herclassificatie/-rubricering is dan op dat moment aan de orde.

Het antwoord op deze vraag is dus negatief.

Beantwoording van de vragen: ad 3. Is er mogelijk sprake van voorraad?

In RJ 220 Voorraden zijn voorraden gedefinieerd als activa:

1. die worden aangehouden voor verkoop in het kader van de normale bedrijfsvoering;
2. die worden gebruikt in het productieproces voor een dergelijke verkoop; of
3. in de vorm van grond- en hulpstoffen die worden verbruikt tijdens het productieproces of tijdens het verlenen van diensten.

Gezien de normale bedrijfsuitoefening van de klant, projectontwikkeling en bouwen van woningen voor de verkoop, zullen de aangekochte weilanden vallen onder sub b. en daarmee dan ook, vooralsnog gezien de huidige status, kwalificeren als voorraad.

Het antwoord op deze vraag is dus positief.

Wil je meer weten? Neem dan contact op met Henk Mentink RA (055 – 355 99 79).

Publicatiedatum: 10 maart 2025