Platformwerkzaamheden: arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst?

Vorig jaar heb ik in een artikel melding gemaakt van de struggle bij platformwerkzaamheden. Aan de orde kwamen de maaltijdbezorgers in de Deliveroo-procedure, de taxichauffeurs bij Uber[1] en schoonmakers die via het platform van Helpling bij huishoudens schoonmaakwerkzaamheden verrichten. Over deze schoonmakers en Helpling heeft de Hoge Raad recent geoordeeld[2].

Huishoudelijk werk via een platform

Even de casus: Helpling is een online platform. Op dit platform kunnen schoonmakers en huishoudens afspraken maken over huishoudelijk werk. Binnen grenzen kunnen de schoonmakers hun tarief bepalen. Helpling stelt de facturen op en ontvangt commissie voor de bemiddeling. Voor de betalingen moeten de huishoudens gebruik maken van een betaaldienst. Een schoonmaakster wordt ziek en vraagt Helpling om haar loon door te betalen, conform de cao. En dat is het startpunt. Heeft de schoonmaakster een arbeidsovereenkomst dan wel een uitzendovereenkomst[3] met Helpling of is er sprake van een arbeidsovereenkomst met de huishoudens?

Arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst?

De beantwoording van de vraag of en zo ja, welke en met wie een overeenkomst bestaat is een struggle geweest, zo blijkt uit de rechtsgang tot en met de Hoge Raad:

  • Rechtbank Amsterdam[4]: Er geen sprake van een arbeidsovereenkomst tussen Helpling en de schoonmakers: dit is niet beoogd en er is bovendien geen sprake van gezag. De schoonmaker kan zelf bepalen hoe en wanneer hij zijn werk doet. Zonder gezag is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst en daardoor kan er ook geen sprake zijn van een uitzendovereenkomst;
  • Hof Amsterdam[5]: tussen de schoonmaakster en Helpling bestaat een uitzendovereenkomst[6]. Het huishouden is de inlener van de schoonmaakster;

Het Hof meldt hierover (r.o. 3.17.1)

Door de schoonmaker wordt arbeid verricht (wat betreft het schoonmaken ten behoeve van het huishouden maar financieel ook ten behoeve van Helpling), er wordt over hem gezag uitgeoefend (wat betreft de directe toezicht en leiding door het huishouden, en voor wat betreft het formele gezag door Helpling) en er wordt loon betaald. Aan het vereiste van ‘een arbeidsovereenkomst’ is daarmee voldaan. Van een uitzendovereenkomst is sprake indien de werkzaamheden (altijd) plaatsvinden onder leiding en toezicht van de inlener. Dat is hier het geval (…)”.

  • De AG[7] gaat uit van een gewone arbeidsovereenkomst (en dus geen uitzendovereenkomst) tussen de schoonmakers en Helpling en adviseert de Hoge Raad om de uitspraak van het hof te vernietigen.
  • En de Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof (en volgt niet het advies van de AG). Er is (toch) sprake van een uitzendovereenkomst tussen Helpling en de schoonmakers. Vooral de formele gezagsrelatie en de betalingsstructuur worden door Helpling beheerd en zijn in onderhavige situatie bepalend.

Zo zie je maar: veel deskundigen, evenzoveel meningen en interpretaties. Het is en blijft ingewikkelde problematiek en een uitdagend dossier. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Mr. Sandra Twigt-Endema

Publicatiedatum 22 april 2025

[1] En daarover heeft de Hoge Raad inmiddels geoordeeld: Tussenstand: Hoge Raad over de Uber-chauffeurs – Full Finance Consultants 
[2] Hoge Raad 11 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:543
[3] Zie art. 690 boek 7
[4] Rechtbank Amsterdam 1 juli 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:4546
[5] Hof Amsterdam 21 september 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2741
[6] De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van een derde.
[7] Parket bij de Hoge Raad 5 juli 2024, ECLI:NL:PHR:2024:730, 21/05264